In de stromingsleer wordt te veel energie gestoken in
nog snellere en nauwkeurigere rekenmethodes terwijl er te weinig aandacht is
voor andere bronnen van onzekerheid, zoals de exacte vorm van een
windturbineblad of een vliegtuigvleugel. Dat stelt Hester Bijl van de TU
Delft in haar intreerede op vrijdag 22 februari. Zij gaat zich de komende tijd
richten op het kwantificeren van deze onzekerheden.
Computerberekeningen van stromingen worden tegenwoordig standaard ingezet bij het ontwerp van vliegtuigen en windturbines. Door de ontwikkeling van nieuwe rekenmethoden en goedkope, snelle computers is het mogelijk een ingewikkelde stromingsberekening binnen beperkte tijd uit te voeren.
Voorbeelden van type onzekerheden zijn: de onbekende exacte vorm van een vleugel of windturbineblad door productietoleranties of vervorming, een onbekend variërende wind of een niet precies bekende invalshoek. ‘Hoe hard je ook je best doet, deze onzekerheden worden niet kleiner’, zegt Bijl in haar intreerede.
Exactly wrong
Nu wordt er volgens Bijl bij stromingsberekeningen nog steeds veel tijd geïnvesteerd in het verkleinen van de rekenfouten, terwijl de invloed van onzekere parameters als de vorm van een vleugel wordt vergeten. Resultaat kan een ‘exactly wrong solution’ zijn: een zeer nauwkeurig berekende oplossing die niet representatief is voor de werkelijkheid. Grote gevolgen hebben deze ‘verkeerde’ berekeningen volgens Bijl overigens niet. ‘Het is niet zo dat er daardoor vliegtuigen uit de lucht komen vallen. Het beperkt ons echter wel in het bereiken van de optimale prestaties van vliegtuigen en windturbines.’
Nu wordt er volgens Bijl bij stromingsberekeningen nog steeds veel tijd geïnvesteerd in het verkleinen van de rekenfouten, terwijl de invloed van onzekere parameters als de vorm van een vleugel wordt vergeten. Resultaat kan een ‘exactly wrong solution’ zijn: een zeer nauwkeurig berekende oplossing die niet representatief is voor de werkelijkheid. Grote gevolgen hebben deze ‘verkeerde’ berekeningen volgens Bijl overigens niet. ‘Het is niet zo dat er daardoor vliegtuigen uit de lucht komen vallen. Het beperkt ons echter wel in het bereiken van de optimale prestaties van vliegtuigen en windturbines.’