Pagina 9 van: MTL Metaal Magazine 3 – 2023

lijke impact op de energie-efficiency.
Dat de fiberlaser (35% efficiency)
ecologisch een betere keuze is dan de
CO
2
-laser (10% efficiency) ligt voor de
hand. Maar de subcomponenten van
een lasersnijmachine, bijvoorbeeld
de koeling, blijken bij alle twee de
bronnen ware energieslurpers te
zijn. “Als je iets wil doen, kijk welke
subcomponenten je wanneer kunt
uitschakelen.” Er is nog een ander
interessant gegeven: het vermogen
van de laserbron. Plaatwerkbedrijven
zijn vaak geneigd om een machine
met een hoger vermogen te kopen,
vooruitkijkend naar de toekomst.
Ecologisch gezien is dat een verkeer-
de keuze. Lasersnijden met een 2,5
kW CO
2
-bron verbruikt veel minder
energie dan dezelfde onderdelen snij-
den met een 6 kW bron. “Omdat bij
de 6 kW alles overgedimensioneerd
is vergeleken met een 2,kW bron. Je
moet je afvragen welk vermogen je
echt nodig hebt?” Kies je voor meer
vermogen omdat je af en toe dikker
materiaal snijdt? Dan is de conse-
onderzoekers hebben onder andere
het lasersnijproces onder de loep
genomen. Dat levert verrassende
uitkomsten op. Ze hebben vier laser-
snijmachines met 4 kW vermogen
met elkaar vergeleken. Het verschil
in energieverbruik tussen de meest
en minst zuinige bedraagt 35%, bij
gelijke snijsnelheid en tolerantie.
“Als je een lasersnijmachine koopt,
kijk dan ook naar de ecologische
kant van de machine. Want een der-
gelijk groot verschil kan gedurende
de levensduur vaak uitpakken tot
een forse kostenpost.” Ook de keuze
van de laserbron heeft een behoor-
Deze formule bevat drie variabelen:
P is de wereldbevolking, A de wel-
vaart (productie en consumptie) en
T de technologische invloed. Als de
wereldbevolking groeit en de wel-
vaart stijgt, is technologie de factor
waarmee de eco-impact omlaag moet
worden gebracht. Overheden hebben
voor 2030 een halvering van deze
eco-impact als doel gesteld. “Met 10%
meer mensen en een 30% hogere
levensstandaard moeten de eco- en
energie-efficiency tegen 2030 met
een factor 3 verbeteren”, schetst Kel-
lens de uitdaging. De recente stijging
van energiekosten heeft het thema
nadrukkelijker op de agenda gezet.
“Het is relevanter geworden.”
50% reductie mogelijk
Al meer dan tien jaar geleden heeft
de Leuvense wetenschapper professor
Joost Duflou gezegd dat 50% reductie
van energieverbruik om een product
te maken realistisch is. Voorwaarde:
je optimaliseert de hele productie-
keten. Van standalone machine naar
de fabriek naar het bedrijfsterrein
naar de wereldschaal, schetst Kellens
de randvoorwaarden. In Leuven is
destijds zelfs een methodiek ontwik-
keld om de ecologische efficiency
van processen te kwantificeren.
“Een ingenieur wil immers altijd
kwantificeren”, zegt hij. Vermogens,
verbruiksgoederen zoals koelsmeer-
middelen, emissies naar lucht en
water of als afval; het zijn allemaal
zaken die je moet weten. En dan kijk
je naar de tijd die een processtap
in beslag neemt. Dan kun je de
efficiency op een eerlijke manier
berekenen. Kellens geeft nog wel een
waarschuwing. Bij de tijdmeting gaat
het om de effectieve bewerkingstijd.
“Een plooibank (kantpers) is meestal
hooguit 15% van de tijd effectief in
gebruik; de rest van de tijd gaat op
aan handling.” Die tijd moet je ook
meerekenen, maar met een andere
factor. De methodiek is tegenwoordig
de basis voor de ISO 14955 norm.
Invloed laserbron
Tot zover de theorie. Maar hoe
ziet de praktijk eruit? De Leuvense
MTL METAAL MAGAZINE MEI 2023 VERDUURZAMEN 9
4
‘Minder zuinig kan
gedurende de
levensduur een forse
kostenpost blijken’
Tijdens Machineering presenteerde het Chinese Bodor Laser zich voor het eerst op de Benelux-
markt. Het bedrijf bouwt lasersnijmachines met vermogens tot 50 kW en beschikt over wereld-
wijd dertig onderdelenmagazijnen.
08-09-10_energieverbruik.indd 9 15-05-2023 17:07