Pagina 30 van: Metaal Magazine 9 – 2014

j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 9 – 2 0 1 4 3130 j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 8 – 2 0 1 4
Microverspanen; misschien niet voor iedereen dagelijkse kost. Toch groeit het aantal onder-
nemingen dat minifreesjes en -beitelplaatjes gebruikt. Bovendien wordt het gereedschap steeds
kleiner. Voor de rest zijn en blijven het verspanende gereedschappen, waar je net een tikkeltje
anders mee om moet gaan.
DOOR: FRANC COENEN
De groeiende vraag naar gereedschappen voor
het microverspanen heeft niet alleen met de alge-
mene trend van miniaturisatie van doen. Het
komt ook doordat bijvoorbeeld matrijzenmakers
het liefst hun werkstukken compleet bewerken
op één machine. Polijsten doen ze bijvoorbeeld
liever niet meer. Wie elektrodes freest, wil liever
niet het laatste stukje moeten zinkvonken. Voor
Hagro Precisie is het een duidelijke groei-
markt: stelselmatig met 7,2% sinds
2000. Vorig jaar was Hagro zelfs we-
reldwijd de grootste distribu-
teur van microfrezen van
LMT Fette. “Het is in Ne-
derland een belang-
rijk marktsegment”, aldus Henk Smits van Hagro.
De diameter van de gereedschappen is overigens
wel gelijk gebleven in al die jaren: gemiddeld 1,2
tot 1,4 mm. De kleinste LMT Fette frees meet 0,5
mm. Dat is bij Seco-dochter Jabro Tools in Lottum
anders. Hier ziet men de gemiddelde diameter
van de Jabro Mini’s afnemen. Marcel Aarts, mana-
ger R&D Solid Milling, schat dat de gemiddelde
diameter in tien jaar tijd van 1,2 tot 1,5 mm is te-
ruggegaan naar de range tussen 0,8 en 1 mm.
“Bijna gehalveerd dus.” Ook de minimale diame-
ter van de gereedschappen neemt af. Standaard
biedt Jabro de Mini al aan vanaf 0,1 mm als twee-
snijder. “Als special gaan we al tot 0,04 mm, maar
dan wel als éénsnijder.”
Ook Jan Smit, verkoopleider bij Harry Hersbach
Tools, ziet de trend ontwikkelen in de richting
van steeds kleinere diameters. Van het Japanse
Simutomo levert men frezen vanaf 0,15 mm en
boren vanaf 0,03 mm. “We spreken nu over mi-
croverspanen. Maar we gaan misschien wel
naar nanoverspaning.” De medische industrie is
een van de drijvende krachten achter het mi-
croverspanen. Jan Smit: “De volgende stap zal
zijn dat we nog kleinere instrumenten maken.”
Dat de gereedschappen kleiner kunnen wor-
den, komt mede door de ontwikkelingen in het
hardmetaal. “De micrograins zorgen ervoor dat
de wolfraamcarbides minder snel uitbrokkelen
en het gereedschap scherp blijft.”
Andere verhoudingen
Want hoe klein ook, microfrezen blijven frezen
met een helix, een spaanhoek, een spaangroef
en een coating. Alleen zijn de verhoudingen bij
een doorsnede van 0,5 mm anders dan bij een
frees van 10 mm rond, zegt Marcel Aarts. Door
de kleine afmetingen kun je de geometrie en de
coating niet zo maken als bij gewone frezen. En
de uitsteeklengte kan wel tot 7D of 9D zijn,
omdat men bijvoorbeeld diepe ribben op een
elektrode nog wil kunnen frezen in plaats van
vonken. Wat zeker ook speelt bij het microfre-
zen, zijn de toerentallen. De kleine diameters
vragen hoge toerentallen. Heb je een snijsnel-
heid nodig van 100 m/min, dan gaat bij 0,8
mm het toerental al richting 40.000
min-1. Voor Henk Smits van Hagro
blijft het niet bij het hoge toerental.
“Dergelijke toerentallen stellen hoge
eisen aan de spil van de machine. Vaak is
een machine met hydrostatische lagering
vereist.” Microfrezen vergt naast een hoog-
frequent-spindel ook een stabiele machine.
Thermische stabiliteit is een vereiste, enkele
graden verschil is bij dergelijke afmetingen al
van invloed op de maatvoering. Henk Smits’ er-
varing is dat veel machinebouwers niet over
dergelijke machines beschikken en dan toch mi-
crofrezen willen toepassen op een bewerkings-
centrum met een maximaal toerental van 8.000
min-1 tot 18.000 min-1. Dan is het een kwestie
van roeien met de riemen die je hebt.
Mini-boorgat
Ook Jan Smit van Harry Hersbach Tools ziet op
het punt van toerentallen de ambities om mi-
croverspanen toe te passen, nogal eens stran-
den. Zijn de omwentelingen van de frees onvol-
doende hoog, snijdt de frees niet genoeg. Het
bedrijf levert overigens ook speciale wisselplaat-
jes Super Mini van Paul Horn voor het uitdraaien
van boringen van 0,2 mm rond. Dat is de kleinste
diameter die inwendig gedraaid kan worden.
Deze gesinterde en nageslepen inzetstukken
breken veel minder snel uit. Marcel Aarts kijkt
anders tegen de machine-eisen aan. Als je je toe-
legt op microbewerken, dan is inderdaad een
specifi ek voor het microfrezen ontwikkelde ma-
chine het meest geschikt. Maar ook op een wat
ouder bewerkingscentrum kun je volgens de
R&D-manager best microverspanen, als de ma-
chine voldoende dynamisch en stabiel is. Hij ziet
dat klanten dikwijls dan een spindelversneller
kopen om 30.000 min-1 of 40.000 min-1 op hun
machine te halen. “Het dynamisch gedrag van
de machine is echter ook belangrijk. Oudere ma-
chines hebben wel eens last van omkeerspeling.
Dan breekt zo’n minifrees meteen.” Het reduce-
ren van het toerental is op de oudere machines
vaak de beste remedie, mits je tegelijkertijd ook
de voeding aanpakt, met name de voeding per
tand genoemd. Daarmee is dus eigenlijk gezegd
dat spindelversnellers geen ideale oplossing zijn
en dat er vaak een te hoog toerental wordt aan-
geschaft, waardoor de voeding per tand te laag
wordt tijdens de verspaning, hetgeen resulteert
in een kortere standtijd. <<<
Niet alleen frees telt bij
microverspanen
Deze foto illustreert hoe
klein de minifrezen van
Jabro Tools zijn: vier
passen gemakkelijk in
een handpalm (foto:
Jabro Tools)
Paul Horn levert draaigereedschappen voor het
uitdraaien van boringen vanaf rond 0,2 mm (foto:
Franc Coenen)
30-31_microfreesjes.indd 30 03-11-14 13:49