Pagina 34 van: Metaal Magazine 8 – 2020

gen. Maar een idee kost niks.” In de
workshop is in eerste instantie met
name gezocht naar onderdelen waar
gewicht bespaard of functies geïnte-
greerd kunnen worden. Ondertussen
zijn de betrokken medewerkers en-
thousiast geworden over de nieuwe
technologie. Van Oudheusden merkt
dat ze nu veel eerder aan 3D-printen
denken. Niet altijd complexe meta-
len componenten, maar bijvoorbeeld
ook eenvoudige kalibratieblokjes.
“Iedereen omarmt de mogelijkheid
om snel dingen te maken.” Hij ziet
3D-printen als een uitbreiding van
de gereedschapskist waaruit de
engineers kunnen kiezen. “Het is een
aanvulling, geen vervanging.”
Andere denkwijze
Het vraagt wel een heel ander denk-
proces. Meer vanuit een probleem
de oplossing gaan zoeken waarbij
je breder moet kijken dan enkel
het onderdeel waar het om gaat.
Een knelpunt dat ze wel ervaren
hebben, is dat de software voor de
verschillende engineeringsfasen
nog onvoldoende klaar is voor ad-
ditive manufacturing, althans niet
de releases waarmee de machine-
bouwer werkt. De designspace – de
fysieke ruimte inclusief de krachten
die op de zwenkarm komen – is in
arm. Met een wijziging waarbij er
een los slijpplaatje tussen de zwenk-
arm en inzetstuk komt, is dit perfect
af te stellen. “Dit hebben we nu ook
gewijzigd in de tweede versie van de
zwenkarm die geprint is.”
Kijken vanuit de mogelijkheden
Voor dit pilotproject heeft Wemo
ondersteuning gezocht bij Additive
Center. Dat bedrijf is gestart met
een workshop waaraan meerdere
afdelingen van de machinebouwer
hebben deelgenomen. Na een eerste
workshop over de mogelijkheden van
additive manufacturing heeft het
team naar toepassingen in de Wemo-
machines gezocht. Het prijskaartje
dat aan een 3D-geprint onderdeel
hangt, is daarbij in eerste instan-
tie weggelaten. Terecht, vindt Van
Dijk. “De grootste uitdaging is om
de nieuwe technologie te bekijken
vanuit de mogelijkheden. Daarvoor
moet je elke mogelijke blokkering
in je hoofd weghalen. De kosten
zijn een van de grootste blokkerin-
Totale kostenplaatje gunstiger
Wemo laat zien dat de kosten-baten-
analyse met additive manufacturing
alleen op een integrale manier juist
kan worden gemaakt. Het 3D-printen
van de zwenkarm in 316L is iets
duurder dan de oude constructie.
Maar daar staan besparingen tegen-
over op de logistieke kosten, door-
dat minder onderdelen ingekocht
hoeven te worden, en omdat de
aandrijving goedkoper is. Per saldo
slaat de balans dus in de positieve
richting uit. Precies hiervoor is het
belangrijk, vult Maarten van Dijk van
Additive Center aan, om dit soort
projecten multidisciplinair aan te
pakken. “Op het totale plaatje bespa-
ren we kosten.” En de klant haalt een
iets kortere cyclustijd en een hogere
nauwkeurigheid. De zwenkarm is in-
middels in de buigmachine gemon-
teerd en de eerste serie producten is
ermee geproduceerd. “De testen zijn
goed verlopen”, vertelt Van Oudheus-
den. Een klein probleem was het
afstellen van de slag van de zwenk-
METAAL MAGAZINE DECEMBER 2020 PRODUCTIETECHNIEK 34
Wemo maakt complete en complexe geautomatiseerde productielijnen voor plaatbewerking.
‘De zwenkarm plaatst het inzetstuk sneller.
De cyclustijd wordt dus korter’
32-33-34-35_wemo.indd 34 07-12-20 16:30