Pagina 37 van: Metaal Magazine 7 – 2018

heeft daarmee een punt te pakken
waar nog veel verbeterpotentieel in
zit. Dit is ook de richting waaraan
het Rotterdamse Ramlab werkt. In
het 3D&FPP-project ontwikkelt een
onderzoeksteam een complete oplos-
sing om het nabewerken van de 3D-
geprinte onderdelen te versnellen en
de kosten ervan te verlagen. Daartoe
ontwikkelt men software die op basis
van de data van een 3D-scan auto-
matisch een NC-programma voor de
freesmachine genereert als bepaalde
vlakken nabewerkt moeten worden,
bijvoorbeeld omdat het een passings-
vlak is. Ongeveer hetzelfde gebeurt
in Duitsland, waar BCT software
ontwikkelt voor een adaptief frees-
proces voor AM-componenten. Dit is
echter complex, waarschuwt Claus
Bremer van BCT. “Een topologisch
geoptimaliseerd onderdeel voor
een satelliet dat we hebben geprint,
heeft nog geen tien minuten op de
freesmachine overleefd.” Dat had te
maken met de krachten die op het
werkstuk kwamen tijdens het frezen.
“Als je goed wilt opspannen, moet je
daar in het ontwerp al rekening mee
houden.”
Geen standalone technologie
En daarmee geeft Bremer impliciet
misschien wel de belangrijkste bood-
schap af: additive manufacturing
kan in een productie-omgeving geen
standalone technologie zijn maar
moet onderdeel zijn van een geïnte-
greerd proces. Dat zegt ook Kristian
Arntz, directeur Aachen Centre for
Additive Manufacturing. “Additive
manufacturing is jammer genoeg
nooit ontwikkeld om deel uit te
maken van een cirkel van maaktech-
nologieën. De AM-infrastructuur past
niet in de rest. Daar ligt een van de
grootste uitdagingen.”.
selective laser melting (SLM)-machi-
nes, moet je goed opletten op an-
dere aspecten, zegt Marc Saunders,
directeur Global Solutions Centres
bij Renishaw. Hij sprak op Formnext
over het multilaser-concept. Een
van de grote risico’s als je meerdere
lasers inzet, is dat er problemen
ontstaan door de rookgassen die
vrijkomen bij het smelten van de
poederdeeltjes. “Dit is afhankelijk
van de relatieve positie binnen de
stroom inert gas in de machine,”
legt hij uit. Renishaw heeft daarom
bij de RenAM500Q de hele bouw-
kamer opnieuw ontworpen om de
gasstroom te verbeteren. Hierdoor
hoeft men niet met zonering voor
de lasers te werken, wat bij de eerste
generatie multilaser-machines vaak
gedaan werd. Dat leidt namelijk weer
tot verschillende smeltcondities en
thermische drift. Met de gewijzigde
bouwkamer en toevoer van argongas
van bovenaf zijn de vier lasers wel
goed in te zetten om de productivi-
teit te verhogen. Het verwarmen van
de bouwplaat is een andere optie die
sommigen zien om de productiviteit
te verhogen. Maar dat heeft ook weer
effect op de rest van de machine.
Integratie in procesketen
Een hogere output van het totale pro-
ces is wellicht eerder mogelijk door
alles rondom de 3D-metaalprinter te
optimaliseren. Een stap die Additive
Industries heeft gezet door bijvoor-
beeld het verwijderen van poeder en
de thermische nabehandeling van de
geprinte onderdelen te integreren in
de Metalfab1. CEO Daan Kersten ziet
overigens lagere kosten per onder-
deel wel degelijk als de hefboom om
3D-metaalprinten met SLM-machines
naar een breder toepassingsgebied
te brengen. Hoe lager de cost per
part, hoe sneller de businesscase
rond is. Additive Industries wil voor
meer productiviteit in de toekomst
onder meer een 1 kW laserbron gaan
inzetten. Ook wordt gewerkt aan een
open interface, zodat een vijfassig
bewerkingscentrum vanuit hetzelfde
3D-model aangestuurd kan worden.
De Nederlandse 3D-printerfabrikant
Dankzij het grote bouwvolume van de nieuwe
Factory500 metaalprinter van 3D Systems
en de aanwezigheid van meerdere lasers,
kunnen veel producten in een batch worden
geprint om de printtijd per stuk te reduceren.
Additive Industries zoekt productiviteit onder
andere in de mogelijkheid om meerdere
bouwkamers te integreren en het verwijderen
van het poeder in de machine te doen, net
als eventueel de thermische nabehandeling.
De TruPrint 5000 kan onder meer automa-
tisch starten om de effectiviteit te verhogen.
Metaal Magazine PRODUCtieteCHnieK 37
‘Additive manufacturing
kan in een productie-
omgeving geen standalone
zijn’
36-37_laserfranc.indd 37 05-11-18 16:48