Pagina 52 van: Metaal Magazine 7 -2015

52 j a a r g a n g 5 3 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 7 – 2 0 1 5
Van micro naar nano
De grenzen bij het verspanen verschuiven voortdurend.
Van een honderste millimeter kijkt niemand meer op, de
micrometer is ingeburgerd en de metaalbranche begint
te praten over nanometers. Een nanometer is 10-9 m, dus
0,000 000 001 m of een miljardste van een meter. Anders
gezegd: verdeel een micrometer in duizend stukjes en
je hebt één nanometer. Voor ons heel moeilijk voorstel-
baar. Toch hebben wij onlangs geschreven over hoe VDL
ETG Project op een Fehlmann Versa 825 koper bewerkt
met een profieltolerantie van 3 micrometer en een op-
pervlaktenauwkeurigheid beneden Ra 25 nanometer. Bij
de in het artikel genoemde Yasda, vermelden we een
oppervlakteruwheid van tien nanometer. De nanometer
zullen we tijdens de EMO Milano 2015 vaker horen. Als
reclamekreet, maar duidelijk is ook dat de nauwkeurig-
heidseisen stevig toenemen. Machinebouwers kunnen
hiervoor machines leveren. De EMO zal dat duidelijk
maken. Maar wij zien die machines ook staan in niet-
geconditioneerde werkplaatsen waarin zonlicht en tocht
vrij spel hebben. Dan nemen we die nano toch maar met
een korreltje zout.
De laser rukt op als gereedschap: hier een kijkje in de Laser Line Ultra van Ewag. In vergelijking met slijpen
en EDM blijkt dat een laserstraal een goed gereedschap is voor het vijfassig bewerken van ultraharde
snijmaterialen als MKD, CVD-D, PKD en PcBN
geen science fiction is. Het hoge prijsniveau van
een vijfasser vormde tot voor kort nog een ste-
vige drempel voor de aanschaf. Dat vijfassige
machines sterk aan populariteit hebben gewon-
nen, heeft dan te maken met een toenemend
aanbod van kwalitatief goede machines uit met
name het Verre Oosten. Het prijsniveau van vijf-
assers is de laatste tijd veel dichter in de buurt
van de drie- en vierassers komen te liggen. Voor
kleinere toeleveranciers is de prijshorde te
nemen, zeker met het vooruitzicht dat door
minder omspanningen sneller en goedkoper
gewerkt kan worden. Het gaat veelal om ma-
chines die qua kwaliteit en betrouwbaarheid
aansluiten bij wat de Europese markt vraagt.
Als er al sprake is van een bescheidener presta-
tieniveau dan ligt dat eerder op het punt van
de snelheid en dynamiek dan van de nauwkeu-
righeid. Het zijn dus veelal geen superdynami-
sche machines, maar voor veel vijfassige of –zij-
dige werk in ons land zijn deze machine wel
goed inzetbaar. Akira Seiki, Feeler, Finetech,
Litz en Wemas zijn voorbeelden van fabrikan-
ten van vijfassers met een lager prijsniveau die
zeker zullen uitpakken tijdens de EMO. Ook
Haas uit de USA en Spinner uit Duitsland kun-
nen we tot deze groep rekenen. In dit nummer
in een artikel meer over de noviteiten van Haas
voor Milaan. Bij het vergelijken van vijfassers
moet je natuurlijk wel reëel zijn. In de top van
de prestatiepiramide vind je een merk als bij-
voorbeeld Yasda (elders in dit nummer aange-
duid als ‘de Rolls Royce onder de metaalbewer-
kingsmachines’). Maar daar hangt vanzelfspre-
kend ook een stevig prijskaartje aan. Leveran-
ciers van vijfassers benadrukken steeds dat je je
moet laten leiden door het werk, dat je op de
machine wilt maken. Dus je machine afstem-
men op je behoefte en niet onder de indruk
raken van schitterende machinespecificaties die
je eigenlijk niet nodig hebt. Prima advies, maar
voor een toeleverancier die niet weet, welk
werk hij morgen op de machine heeft, is dat
natuurlijk wat moeilijker. <<<
Dit overzichtsartikel is een samenvatting en bewerking van
artikelen en berichten die we eerder gepubliceerd hebben in
print in Metaal Magazine of op onze site metaalmagazine.nl
47-48-50-51-52_machineontwrto.indd 52 15-09-15 11:52