Pagina 63 van: Metaal Magazine 5 – 2017

j a a r g a n g 5 5 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 5 – 2 0 1 7 63
O P L E I D I N G E N
zowel verstand heeft van aandrijving en hy-
draulica als van elektronica en besturingssyste-
men, is dan van onschatbare waarde. Een
mbo-3 technicus wacht niet af tot de boel is
vastgelopen. Hij kan beter inschatten waar het
probleem zit en, beter nog, ziet het aankomen
en grijpt tijdig in.”
Technische dienst verdwijnt
Wat daaruit voortvloeit, is dat de rol van de
technische dienst naar de achtergrond ver-
schuift. Wanneer allround technici de machines
bedienen, hoeft er geen aparte technische
dienst te zijn, redeneren bedrijven. “Het aantal
mensen in de technische dienst is naar schatting
nog maar een kwart van twintig jaar geleden,”
stelt Greutink. “Bij sommige grote productie-
bedrijven is de technische dienst al helemaal
verdwenen. De technicus aan de machines
zorgt dat de machine blijft draaien en service
en onderhoud komen bij de machinebouwer
terecht.”
Hij ziet het belang van service en onderhoud
toenemen. Natuurlijk bouwt de industrie nog
nieuwe machines en installaties, maar die wor-
den steeds complexer en worden vaak als kant-
en-klare modules geleverd. Eenmaal geïnstal-
leerd, houdt het werk niet op. “Het meeste
geld gaat om in het gebruik van machines en
installaties. Die machines moeten blijven
draaien. Een lift is tegenwoordig praktisch plug
& play. Maar in Nederland staan wel zo’n 55.000
liften die moeten blijven werken. Dat betekent
dat een lifttechnicus geen complete lift hoeft te
kunnen bouwen, maar wel moet weten hoe je
hem onderhoudt.”
Op afstand
Omdat steeds meer technieken aan elkaar ge-
koppeld worden en intelligentie wordt inge-
bouwd, zijn niet alleen goed opgeleide mensen
aan de machine nodig. Het is ook mogelijk om
op afstand automatisch te monitoren en bij
problemen een eerste diagnose te stellen. “Dat
kan op twee manieren,” legt Greutink uit. “Via
internet houdt iemand de status van machines
in de gaten. Die analyseert wat er aan de hand
is en hoe ernstig het is. Het nadeel is dat je je via
schermen moet inleven. Dat blijft abstract. Je
hoort, voelt en ruikt het niet. Er kunnen zoveel
factoren zijn die van invloed zijn. Daarom zie je
meer en meer dat een medewerker ter plekke
met een smartphone rondloopt, foto’s of vi-
deo’s maakt en iemand op afstand live laat
meekijken, die een eerste analyse maakt.
Afhankelijk van de ernst van de situatie kan de
monteur zelf eenvoudige reparaties uitvoeren
of kan een specialist invliegen.”
Ondanks de automatisering van werkzaam-
heden, komt er volgens Greutink geen volle-
dige mensloze industrie. “Je ziet eerder dat
bedrijven daarvan terugkomen, want die beslis-
sing is onomkeerbaar. Als het misgaat is een
snelle responstijd cruciaal. Dus deskundige
mensen zijn en blijven absoluut noodzakelijk
om mee te kijken en in te grijpen.”
Dat alles heeft gevolgen voor het onderwijs. Je
kunt immers niet alles van alles weten. “Dat
hoeft ook niet,” meent Greutink. “Het gaat
niet om theoretische kennis, het gaat om in-
zicht en vaardigheden. Kennis kun je opzoeken
op internet. Je zult vooral uiteenlopende vaar-
digheden moeten aanleren. Analytisch inzicht
en abstractievermogen worden ook steeds be-
langrijker, al moet je dat eigenlijk gewoon in je
hebben. Daarom zie je ook steeds meer hbo’ers
in deze functies terechtkomen. Greutink vindt
verder dat het reguliere technische mbo-onder-
wijs te ver is doorgeschoten in het aanleren van
competenties als samenwerken en vreemde
talen; ten koste van technische vakken en van
praktijkruimtes. “Technische mensen leren nu
eenmaal het meeste door te doen. Dat moti-
veert. Je moet het leuk maken.” <<<
Operator maakt plaats
voor allround technicus
Roel Greutink: “We bootsen de werkzaamheden bij een bedrijf na” (foto’s: ROVC).
62-63_rovc.indd 63 28-08-17 13:48