Pagina 5 van: Metaal Magazine 5 – 2014

j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 5 – 2 0 1 4 5
DOOR: FRANC COENEN C E N t E R p U N t
Onder de titel ‘Eenvoudig én betaalbaar automatiseren’
publiceren we in dit nummer een vijfpagina-artikel van Jan
Oonk over de robotcellen van BMO, Cellro, Halter, Robo-
Job, RFA en Romias zoals we die onlangs bewonderd heb-
ben op de Techni-Show 2014 in Utrecht. Mooie werktuig-
bouw waarmee de metaalbranche snel aan de slag kan.
Maar misschien is dat meteen de instinker, die we als werk-
tuigbouwers maken: teveel aandacht voor de hardware en
net iets te weinig voor de bijbehorende software. Het oogt
allemaal als ‘plug-and-play’, maar automatiseren van een
metaalbewerkingsproces is natuurlijk wél iets meer dan
het vastbouten van een robotcel aan een bewerkingsma-
chine en het inpluggen van een stekker in een besturings-
kast. De zes genoemde leveranciers zullen dat zeker be-
amen en anders zien we de e-mails met een gepeperde
stellingname graag tegemoet. Hebben we meteen ammu-
nitie voor een vilein stukje in het komend nummer.
Automatisering begint natuurlijk met procesbeheersing. Er
zijn zelfs stemmen in de metaalbranche die stellen, dat als
je niet doet aan procesbeheersing, het eigenlijk weinig of
geen zin heeft om te automatiseren. Maar ja, dat zijn
veelal softwareleveranciers die ook als enigen geloven dat
het installeren en updaten van programmatuur veelal ver-
loopt zonder problemen. Niet dus.
De boodschap op zich is wél juist. Ook bij het werken met
eenvoudige robotcellen, moet procesbeheersing veel aan-
dacht krijgen. Het meest complete traject is natuurlijk het
vertrekken vanuit CAD- en via CAM-data simuleren van je
gehele verspaningsproces. Het besturingssysteem van je cel
moet dan heel veel parameters kennen: NC-programma’s,
gereedschap- en werkstukgegevens, nulpuntwaarden en
de data van opspanningen, de robot en de bijbehorende
magazijnen. Bij een zevende cel die we in dit nummer be-
schrijven is dit overigens zo geregeld. Of je bij eenvoudige
automatisering meteen alle stappen nodig hebt, is natuur-
lijk een goede vraag. Het kan vanzelfsprekend stap voor
stap. Als het beheersen van het bewerkingsproces maar de
leidende, rode draad is.
Eenvoudig
automati-
seren
Reinold Tomberg
r.tomberg@eisma.nl
E
rn
st
D
ir
k
se
n
F
o
to
g
ra
fi
e
Lasproces geoptimaliseerd
Carl Cloos Schweisstechnik uit Haiger (D) heeft bij schakelkastenfabrikant Rittal in Rittershausen (D)
de lasproductiviteit van een geautomatiseerde lasstraat met meerdere robots met 12% weten te
verhogen. Een gezamenlijk projectteam heeft met behulp van filmopnamen en tijdmetingen eerst de
afzonderlijke processen geanalyseerd. Hierbij is met nadruk gekeken naar cyclustijden, de kwaliteit van
de lasnaad, procesveiligheid en de nabewerking. De lasnaden moeten mooi vlak zijn zodat de deuren
goed sluiten (zie foto). Met de bevindingen van Cloos is de lasstraat omgebouwd en gemoderniseerd.
Door een plasmapoederlasapparaat te vervangen door een MAG-puls lasapparaat konden de las- en
onderhoudskosten gereduceerd worden. Rittal heeft zes lasinstallaties van Cloos in gebruik, waaronder
twee volautomatische lasstraten die ook ’s nachts en deels in het weekend in bedrijf zijn. Hiermee kan
Rittal bestellingen binnen 24 uur uitleveren. (foto: Carl Cloos Schweisstechnik)
Optimaal lasvolume
Op de Tube 2014 in Düsseldorf (D) liet HGG de
SPC buizensnijmachine zien. Deze buizensnij-
machine kan buizen snijden van buitendiame-
ter 48 mm tot 4000 mm. De machines zijn ge-
koppeld aan CAD-designpakketen van waaruit
snijdata direct naar de machine gestuurd kan
worden. De ingelezen snijdata wordt op zijn
beurt direct door de machine verwerkt en er
wordt op een zo efficiënt mogelijke manier ge-
sneden (en gemarkeerd), zodat fitten en lassen
veel minder tijd in beslag neemt. De intelligen-
tie van bijvoorbeeld het geoptimaliseerd nesten
waar de profielen zo efficiënt mogelijk worden
gesneden draagt zorg voor het maximaal be-
perken van het restafval. Een gepatenteerde
PJP-snede (‘Partial Joint Penetration’) – die ook
op de Tube te zien was – zorgt ervoor dat het
lasvolume optimaal is bij gecompliceerde las-
hoeken en het snijdproces niet een tweede
snede vereist.
plaats voor elektroden en werkstukken als voor
pallets.
De cel kan maximaal 25 m lang zijn. Binnen die
lengte kunnen in principe alle machines wor-
den gekoppeld. De laadunit Transformer zelf
bouwt System 3R in drie verschillende versies:
voor 100 kg, 150 kg en 200 kg laadmassa (werk-
stuk met pallet). In de Z-as kan de unit over
1400 mm bewegen, in de X-as maximaal 1500
mm. De C-as zit in de voet van de Transformer
en heeft een bereik van 300 graden.
Precies produceren
De Transformer biedt maatwerk in automatisering. In Schorndorf toonde GF Machining Solutions een cel voor de
complete onbemande productie, inclusief het frezen van vonkelektroden (foto’s: Franc Coenen)
Deze matrijs is door J&F Krüth bewerkt door een
combinatie van laserstructureren en etsgraveren.
De ‘Patented Shape’
voor ‘Partial Joint
Penetration’ van
HGG. De foto laat
zien dat HGG een
snijtechnologie
ontwikkeld heeft (en
gepatenteerd) waarvan
de vorm voor de
lasnaad aangepast kan
worden aan de positie
in de lasverbinding
(foto: Reinold Tomberg)
04-09_Nieuws.indd 5 12-05-14 13:23