Pagina 64 van: Metaal Magazine 4 – 2016

Enercon uit Bremen (D) bewerkt tot wel 16 ton zware gietstukken in hun Guss-Zentrum
Ostfriesland (GZO) met nieuwe turbineslijpmachines. Deze zijn duidelijk lichter en gelijktijdig
robuuster dan de eerder toegepaste slijpmachines en onderscheiden zich van het gebruikelijke
gereedschap door een aanzienlijk lager energieverbruik.
“Sinds 2010 gieten wij alle grote en belang-
rijke componenten voor de generatoren van
Enercon zelf. Zo blijven de transportwegen
voor de productie kort. Dat levert ecologische
voordelen op en onze competentie voor deze
doorslaggevende onderdelen blijven in huis“,
licht Thomas Bliesner, hoofd van de afdeling
nabewerking gietwerk in het Guss-Zentrum
Ostfriesland van Enercon toe. “Machinedra-
gers, statorklokken, rotornaven of astappen
met massa’s tot wel 16 ton zijn de typische pro-
ducten.“ Het GZO produceert wekelijks tot wel
70 van deze zwaargewichten in serieproduc-
tie. Het hoofd van de afdeling is er zich van
bewust dat de bewerking van de metershoge
ruwe onderdelen het gebruikte gereedschap
extreem belast. “Vooral de slijpmachines wor-
den hier echt hard aangepakt”, bekent Blies-
ner. “Ons speciale sferogietwerk is een bijzon-
der taai materiaal, dat bij het afslijpen van de
bramen en het voorbewerken van de opper-
vlakken alles van het gereedschap vergt.“ In
drieploegendienst, vijf dagen per week komen
de haakse slijpers op netto-gebruikstijden van
15 tot 18 uur per dag.
Prototype
Met dit op de achtergrond kwam Enercon het
voorstel van Altas Copco Tools goed gelegen,
om het prototype van de nieuwste generatie
van hun turbineslijpmachine GTG te testen. De
ergonomisch handzame machine weegt
slechts 2,1 kg en is geschikt voor slijpmiddelen
met een doorsnede van 125 en 180 mm. Daar-
bij levert de machine een afgegeven vermo-
gen van 2,5 kW op de schijf. De lage hoogte
van slechts 59 mm boven de spindel kwalifi-
ceerde het apparaat bij Enercon meteen voor
slijpwerkzaamheden bij een beperkte beschik-
bare ruimte. In totaal twintig GT-25 turboslijp-
machines gingen in het GZO aan de slag en
werden uitdrukkelijk niet gespaard. “De kleine
turbo’s draaiden van begin af aan opmerkelijk
betrouwbaar”, beschrijft Tido Moritz, plaats-
vervangend hoofd van de afdeling nabewer-
king gietwerk, het verloop van de test. “De
betekenis van de ergonomie is bij onze proces-
sen even belangrijk als de productiviteit“, be-
nadrukt Bliesner. Dat de GTG 25 dat allebei
kan, kan worden teruggevoerd op de combi-
natie van zijn sterke aandrijving met een ef-
fectief trillingsdempingssysteem. Voor de lage
trillingswaarden zorgt een automatische ba-
lanceervoorziening (autobalancer), die de tril-
lingswaarden tot een gering niveau van min-
der dan 3,8 m/s2, gemeten in drie assen, ver-
laagt.
Duurtest
De duurtest van het zuinige en compacte ge-
reedschap met een hoog vermogen toonde
aan dat met de GTG 25 rond 60% meer mate-
riaal kan worden verwijderd dan met het ge-
bruikelijke slijpgereedschap. De turbo’s zagen
er na 1.000 bedrijfsuren weliswaar van buiten
herkenbaar gehavend uit, maar toen ze com-
pleet uit elkaar werden genomen en alle com-
ponenten werden onderzocht, was in hun bin-
nenwerk van slijtage nog geen spoor te beken-
nen. Bliesner en Moritz geven toe dat ze een
veel slechter resultaat hadden verwacht en zijn
blij dat voorbewerkings- en slijptaken nu dui-
delijk sneller, beter en voordeliger uitgevoerd
kunnen worden. <<<
Gietwerk handmatig
slijpen
In het GZO van Enercon hebben voor zware voorbewerkings- en
afbraamwerkzaamheden de 4,5 kW sterke GTG-40-turboslijpmachines
hun waarde bewezen. (foto: Atlas Copco Tools)
T E C H N I S C H N I E U W S
Tot wel 20 ton vloeibaar ijzer stroomt in slechts 120
s van de gietkom via het uitgietsysteem in de vorm
(foto: Enercon)
64 j a a r g a n g 5 4 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 5 – 2 0 1 6
64_pag1tnopn.indd 64 25-08-16 08:20