Pagina 38 van: Metaal Magazine 4 – 2016

38 j a a r g a n g 5 3 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 5 – 2 0 1 6
per seconde. Daaruit wordt een driedimensio-
naal model op het scherm getoverd. Dat inme-
ten duurt gemiddeld tien minuten, vertelt
Keijzer. Dit beeld kan over het CAD-ontwerp
gelegd worden: op het scherm verschijnen de
kleuren groen en rood om te vertellen of het
fysieke product binnen de toleranties valt van
het CAD-ontwerp.
Eenvoudige communicatie
Dat visuele beeld geeft niet alleen de meettech-
nici de juiste informatie, ook managers die min-
der ingevoerd zijn in de coördinatenlogica van
meetprobes, krijgen zo snel een goed beeld. “De
communicatie met de klant verloopt veel snel-
ler”, aldus Van der Wal. “De meetresultaten zijn
eenvoudiger uit te leggen. Klanten zijn zelf ver-
antwoordelijk voor de metalen delen die ze aan-
De computergestuurde meetmachine is vooral
geschikt voor zeer nauwkeurige metingen aan
grotere series
Door de ROMER SI meetarm met 3D scanner van Hexagon langs een component te bewegen, wordt contactloos een puntenwolk
gecreëerd. Daaruit wordt een driedimensionaal model op het scherm getoverd. Op het scherm verschijnen de kleuren groen en
rood om te vertellen of het fysieke product binnen de toleranties valt van het CAD-ontwerp
leveren. De ene batch wil echter nog wel eens
afwijken van de andere. Met de scanner kun je
die batches eenvoudig vergelijken en bijvoor-
beeld aantonen dat afwijkingen in het gelaste
product niet aan de mal of het lassen liggen. Bo-
vendien kun je de ‘puntenwolken’ na twee jaar
zo weer uit het systeem ophalen.” Zo’n 3D-scan
heeft natuurlijk alleen zin als er een 3D-ontwerp
is gemaakt. “Als je even snel twee cirkels en vier
punten wilt meten, dan kun je beter een taster
gebruiken”, zegt Van der Wal. De keuze hangt
ook van de klant af: sommige zweren bij tasters,
anderen geven de voorkeur aan scanners.
Nauwkeurigheid
Vanwege de handmatige bewegingen is een
meetarm minder nauwkeurig dan een compu-
tergestuurde meetbank. Zeker bij een taster
kan na herhaaldelijke metingen, zo aan het
eind van de dag, de druk op de plaat gaan vari-
eren waardoor de plaat verschuift. Reden
waarom Keijzer voor dunne platen altijd de
meetbank inschakelt. Overigens is een scanner
contactloos waarmee dit bezwaar ondervan-
gen wordt. Aan de andere kant is het scannen
minder nauwkeurig dan een meetprobe, maar
dat wordt snel minder. “Vijf jaar geleden heb-
ben we ook al eens een laserscanner gehad”,
vertelt Keijzer. “Dat was een drama omdat het
laserlicht weerspiegelde op de glanzende meta-
len platen. Dan deed de scanner het gewoon
niet. Dat is nu niet meer zo, hoe glimmend het
metaal ook is.” Met het verschil in nauwkeurig-
heid valt het ook wel mee, stelt Van der Wal.
“Bij een tolerantie van 0,37 mm moet je 0,02
mm optellen. Maar ik heb wel eens metingen
met taster en scanner naast elkaar uitgevoerd
en ik zag geen verschil in nauwkeurigheid.”
Laser tracker
AWL heeft er (nog) geen een, maar voor gro-
tere onderdelen of op moeilijk bereikbare plek-
ken biedt een mobiele lasertracker uitkomst.
Hierbij bepaalt een Leica tracker de positie van
een draagbare laserscanner die handmatig
langs het voorwerp wordt bewogen en zo een
3D beeld genereert. “Wellicht dat we die ooit
in gaan zetten voor machinelijnen”, besluit Van
der Wal. “De ontwikkelingen gaan door.” <<<
36-37-38_awlmr.indd 38 25-08-16 08:09