Pagina 35 van: Metaal Magazine 4 -2015

j a a r g a n g 5 3 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 4 – 2 0 1 5 35
F O R U M D I S C U S S I E F P T – V I M A G
Exotisch
De huidige toepassingen van additive manufac-
turing maken duidelijk dat er vaak en veelvul-
dig wordt gewerkt met meer exotische materi-
alen. Het gaat daarbij veelal om materialen die
moeilijk te verspanen zijn. Additive manufactu-
ring biedt dan uitkomst. En zolang exotisch on-
losmakelijk verbonden is met een hoge materi-
aalprijs, is de inzet van een dure machine ge-
rechtvaardigd. Klopt het dat AM bij uitstek
wordt ingezet voor exotische materialen? “Er is
meer dan exotische materialen”, aldus Philippe
Reinders Folmer. “Dat type materialen wordt
natuurlijk vaak getoond, omdat ze zo exotisch
zijn. Maar in de praktijk wordt er gewerkt met
een veel grotere variëteit aan materialen, waar-
bij het vaak om heel gewone gaat.” “Het zit ‘m
vaak ook in de toepassing”, aldus Henny ten
Pas. “Titanium bijvoorbeeld wordt veel toege-
past in de ruimtevaart en medische wereld. Dan
wordt alleen vergeten dat er ook een hele
grote wereld van toepassingen is waar gewerkt
wordt met gewone materialen.” Niek Dijks-
hoorn vult aan over de relatie met dure machi-
nes: “Of je nou giet, last of een andere bewer-
kingstechniek hanteert, wanneer je de techniek
niet beheerst, treedt er scheurvorming op. Dat
geldt ook voor AM, al dan niet in combinatie
met exotische materialen. Het ontwerp en de
machines moeten zijn afgestemd op het pro-
duct en de bewerkingstechniek die je kiest.”
Levertijden
AM en 3D-printen wordt ook wel genoemd als
mogelijkheid om de leveringsketen te verkor-
ten. Klopt die stelling? Joop Onnekink: “Snel-
heid is maar een relatief begrip. Uiteraard moet
het te leveren product als eerste ontworpen zijn
voor AM. Er speelt echter meer: de inrichting van
het productieproces bijvoorbeeld. Gaat dat in-
derdaad sneller met additive manufacturing?
Soms blijkt dat het verstandiger is om op ver-
schillende machines en met verschillende bewer-
kingstechnieken te produceren.” Jan Floor van
Egmond vult aan: “Doorlooptijdverkorting be-
reik je met name door te kijken naar het volle-
dige proces van ontwerp tot productie. Sneller
produceren, maar veel langer ontwerpen of na-
bewerken, leidt uiteindelijk niet tot tijdwinst.
Daar zul je altijd goed op moeten letten. En
daarnaast spelen uiteindelijk ook de kosten een
rol. Neem gieten: zes weken gieten of drie
dagen 3D-printen. Waar kies je voor? Op voor-
hand kan niet worden gezegd wat beter betaal-
baar is.” Henny ten Pas: “En dan nog: een kor-
tere time-to-market kan soms goud waard zijn.”
Productietechnieken zoals additive manufactu-
ring kunnen niet los worden gezien van vak-
beurzen. Daar kunnen gebruikers vaak voor de
eerste keer daadwerkelijk kennismaken met
nieuwe productietechnologie. In Nederland zijn
de Techni-Show en ESEF de paradepaardjes.
Beide beurzen willen additive manufacturing
tijdens de komende editie nadrukkelijk onder
de aandacht gaan brengen. Daarbij wordt ook
over de grens van de techniek zelf gekeken.
Hoe zit het met ketenintegratie? Welke kennis
en kunde is er nodig om AM tot een succes te
maken? Ook deze vragen zullen tijdens de vak-
beurzen aan de orde komen. Momenteel wordt
nagedacht over de manier waarop dat kan wor-
den gedaan. <<<
Reservedelen: droom of werkelijkheid?
Een veelbesproken toepassingsgebied van additive manufacturing is de productie van reserve-
delen. Zou het niet ideaal zijn wanneer deze in no-time kunnen worden vervaardigd? Niet
meer wachten op aflevering, geen onnodige voorraad: alle ingrediënten voor succes lijken
aanwezig. Toch lukt het nog niet echt. De mogelijkheid om reservedelen te vervaardigen
bestaat, maar de kwaliteit, printsnelheid, beschikbare materialen en daarmee de kostprijs vor-
men een drempel voor een grootschalige doorbraak. Ervaren de deelnemers aan de forumdis-
cussie die ook zo? Joop Onnekink: “De combinatie AM en reservedelen kan alleen succesvol
zijn als er al bij het eerste ontwerp rekening is gehouden met deze productietechniek. Wordt
aan die voorwaarde voldaan, dan kan AM ook voor de productie van reservedelen worden
ingezet?” Jan Floor van Egmond: “Zover zijn we voorlopig nog niet. Met het in huis hebben
van de kennis die nodig is om een product te maken, is de eerste stap pas gezet. Vervolgens
moet nog aan een groot aantal randvoorwaarden worden voldaan. Niet voor niets zijn veel
partijen momenteel bezig om zo snel mogelijk kennis en ervaring op dit terrein op te bou-
wen.” Bas Koomen: “Er zijn inderdaad meer aspecten mee gemoeid dan alleen het ontwerp.
Ik neem altijd een kapot onderdeel van een koffiemachine als voorbeeld. Je kunt dat onder-
deel alleen zelf 3D-printen als het origineel dat ook was. Vergeet daarbij niet dat het water
dat het onderdeel passeert, in de koffie terechtkomt. Dat heeft gevolgen voor onder andere
het materiaal dat wordt gebruikt en de afwerking van het onderdeel.”
Willem Verhoef (rechts):
“Met AM komen vormen binnen handbereik die met andere technieken niet mogelijk zijn”
30-31-32-33_vimag.indd 35 20-04-15 16:06