Pagina 33 van: Metaal Magazine 4 – 2014

j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 4 – 2 0 1 4 33
F P T – V I M A G – F O R U M D I S C U S S I E
Wie de Techni-Show 2014 bezocht, heeft zijn hart kunnen ophalen aan additive manufacturingtechnologie. Het wordt al
besproken en in verschillende sectoren toegepast, maar het grootschalig gebruik in de metaalindustrie lijkt nu te zijn
aangebroken. Toch is er nog wel wat verwarring. Over wat additive manufacturing bijvoorbeeld precies is. Kreten als
3D-printen, rapid prototyping en direct manufacturing worden daarbij ook vaak genoemd. Reden voor een forumdiscussie
over dit onderwerp. Leveranciers en metaalbedrijven, vertegenwoordigd in FPT Vimag en Nevat, namen deel en gaven hun
visie op de stand van zaken. Een kijkje in de toekomst hoort daar natuurlijk bij.
Praten over additive manufacturing lijkt alsof
een totaal nieuw onderwerp wordt aangesne-
den. Niets is minder waar. Het begon allemaal
met stereolithografie (SLA) waarna onder meer
fused deposition modeling (FDM), laminated ob-
ject manufacturing (LOM) en selective laser sin-
tering (SLS) hun intrede deden. Intussen zijn
kreten als rapid prototyping, 3D-printen en di-
rect manufacturing volledig ingeburgerd. Welke
term gebruiken we om de nieuwe ontwikkeling
te typeren? Philippe Reinders Folmer van Reni-
shaw: “In de volksmond wordt de term 3D-prin-
ten veelgebruikt maar voor de industrie geldt als
algemene term ‘Additive Manufacturing’, ook
wel AM genoemd.” Het Europese Manufuture
onderzoeksprogramma noemt additive manu-
facturing als speerpunt voor de fabriek van de
toekomst. Niek Dijkshoorn van TNO hierover:
“Dat is ook de terminologie die de strategische
research agenda hanteert. AM wordt daarin ge-
definieerd als een proces waarin op basis van
3D-data materialen -meestal laag voor laag-
worden samengevoegd tot een product.” Wil-
lem Verhoef van Contour: “Ik denk dat de kreet
additive manufacturing -meer dan 3D-printen-
past bij de internationale markt waar wij in ope-
reren. Het gaat uiteindelijk om de industriële
wereld en een begrip als 3D-printen past daar
minder goed bij.” Philippe Reinders Folmer vult
aan: “3D-printen suggereert ook dat het om iets
simpels gaat. Iets wat je op je bureau zet en klaar
is. Dat is natuurlijk onmogelijk.”
Meerwaarde
Op de Techni-Show 2014 stond AM volop in de
belangstelling en was bij een groot aantal ex-
posanten te merken dat de techniek voet aan
de grond krijgt. De techniek lijkt inmiddels uit-
gekristalliseerd. Dat is meestal ook het moment
waarop een breed publiek zich een mening
vormt. Wie kanalen als Twitter volgt, merkt dat
al snel. Eén van de veelgehoorde meningen:
AM leent zich alleen voor beperkte aantallen.
Een mening die klopt? Theo Coffeng van Dy-
mato: “Er zit wel iets in. Maar wie 100 tandpro-
theses in één nacht kan maken dankzij AM zal
dik tevreden zijn. Maak je 100 bouten of moe-
ren in dezelfde tijd dan geldt wat anders. Het is
maar net om welk product het gaat en in welke
hoeveelheden dat geproduceerd moet wor-
den.” Jeroen Rondeel van Metaalperswerk van
de Wetering vult aan: “De positionering van
AM is daarom belangrijk. Additive manufactu-
ring in productiegrootten van twee tot tien
stuks moet je eigenlijk vergelijken met giet-
werk. Daar gaat het ook om kleine aantallen.
De mogelijkheden zijn echter veel groter. Ad-
ditive manufacturing zal een stevige positie
gaan verwerven. De techniek heeft beperkin-
gen maar dat heeft iedere productietechniek.”
Dat sluit aan op een andere vaak gehoorde
mening: additive manufacturing is niet geschikt
voor complexe massaproductie. Een mening
met een kern van waarheid? Willem Verhoef:
“Dat is moeilijk te beoordelen. Momenteel
wordt AM voornamelijk ingezet voor enkel-
stuks productie. Het is goed denkbaar dat de
techniek zich verder ontwikkelt en ook andere
seriegrootten binnen handbereik komen.” Phi-
lippe Reinders Folmer vult aan: “AM is niet
meer -en zeker niet minder- dan een metaalbe-
werkingsmethode. Die methode zal zijn eigen
plaats gaan innemen; net zoals draaien of fre-
zen die hebben.” Eén belangrijk onderscheid
wordt door Theo Koster van Nevat belicht:
“Waar AM zich wel duidelijk onderscheidt is de
verkorte afstand tot productontwikkeling. Pro-
ducten zullen op een andere manier worden
gecreëerd. Wie daar handig op inspeelt, kan
over een duidelijk concurrentievoordeel gaan
beschikken.” Over de trage productie en de be-
perkte grootte, een andere veelgehoorde me-
ning, vertelt Niek Dijkhoorn: “Additive manu-
facturing is een nieuwe productiemethode; een
toevoeging op bestaande methoden. De tech-
niek geeft een duidelijke meerwaarde in de
productietechniek en te bereiken functionali-
teiten voor eindproducten. Als alles goed op
elkaar is afgestemd, leidt het tot optimalisatie
van de productietechniek.” Philippe Reinders
Folmer: “Dat geldt met name voor enkelstuks-
productie. Bij grotere aantallen kan in het pro-
ductieproces ook worden gekozen voor subop-
timalisatie. Dat stelt andere eisen aan AM én
aan vervolgbewerkingen.”
‘Best of both worlds’
Waar AM zich ontegenzeggelijk in onderscheid,
is in ontwerp- en productie-vrijheid en -flexibili-
teit. Het materiaal waaruit een product wordt
Additief nieuwe
dimensie voor metaal
>>>
Philippe Reinders Folmer: “Veiligheid nog vaak onderbelicht”
De FPT-Vimag-Forumdiscussie over AM bijeen: van links naar rechts: Willem Verhoef, Floris Stam, Niek Dijkshoorn, Frank Gevers, Helga Dekempeneer, Ton de Bruine, Reinold Tomberg, Martin
Franke, Theo Koster, Marc Groothedde, Theo Coffeng, Jeroen Bender, Jeroen Rondeel, Chantal Baas, Philippe Reinders Folmer (foto’s: Michel Zoeter)
Marc Groothedde:
“AM na gedegen voorbereiding
stap voor stap introduceren”
Ton de Bruine:
“Productietechniek moet
leidend blijven”
32-36_vimag.indd 33 14-04-14 12:15