Pagina 10 van: Metaal Magazine 3 – 2017

j a a r g a n g 5 5 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 3 – 2 0 1 7 1110 j a a r g a n g 5 5 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 3 – 2 0 1 7
De verspanende industrie in Nederland investeert
weinig in het scholen van haar eigen personeel. Ook
worden gemiddeld per machine weinig spindeluren
gemaakt. Dat blijkt uit de Benchmark Verspanen
2017 van Koninklijke Metaalunie, online vakblad
Made in Europe en Jaarbeurs/ESEF. Qua omzet en
winstgevendheid lopen de koplopers ten opzichte
van de andere deelnemers verder uit.
DOOR: TOM VAN DER MEER
De omzet van verspanende bedrijven steeg
vorig jaar gemiddeld met 9,1 procent terwijl ze
een winst (voor belasting ten opzichte van de
omzet) van 6 procent boekten. Hierbinnen zit-
ten behoorlijke verschillen. Zo behaalden de
koplopers over 2016 een omzetgroei van 18,2
procent. Dit was nagenoeg gelijk aan het jaar
ervoor. Machinefabrikanten die grote series
maken, haalden een omzetstijging van 13 pro-
cent, prototypebouwers zelfs 17,1 procent.
Onderhoudsbedrijven zagen hun omzet met
3 procent toenemen. De koplopers haalden
over 2016 een winst van 11,4 procent, iets min-
der dan de 11,5 procent van het jaar ervoor.
Onderhoudsbedrijven draaiden vorig jaar juist
een verlies van 1,8 procent.
Weinig spindeluren
Opvallend in het benchmarkonderzoek is dat er
relatief weinig spindeluren gemaakt worden.
39 Procent van de bedrijven die meegedaan
hebben, haalde per machine 20 tot 40 spindel-
uren per week, dus tijdens kantooruren. Het
gaat hier vooral om enkelstuks en reparatie.
“Hier schrik ik van,” vertelde adviseur Rob van
der Werff van Koninklijke Metaalunie, die de
resultaten presenteerde. “Met wat machines
kunnen en wat ze kosten, denk ik: er is nog veel
te winnen.” Machines zijn beter te benutten,
door ze per dag meer uren te laten draaien. Dit
kan bijvoorbeeld al door de bedrijfstijd te ver-
lengen.
Zelfs bij meer dan de helft van de koplopers (56
procent) draaien de spindels minder dan 40 uur
per week. En zelfs bij bedrijven die veel grote
series produceren, heeft slechts de helft spin-
dels die meer dan 80 uren per week draaien.
Ruim 25 procent van alle bedrijven draait geen
enkel onbemand spindeluur per week. Bij kop-
lopers ligt dit percentage ook nog op ruim 11
procent. Overigens draait 7 procent van het to-
taal en ruim 11 procent van de koplopers 24/7.
Dit gaat dan vooral om grote series. Het gemid-
deld aantal spindeluren ligt verder vooral hoog
bij OEM-ers en toeleveranciers waarbij verspa-
nen de hoofdbewerking is.
Geen enkele robot
Ander opvallend punt is de robotbelading.
54 Procent van de verspanende bedrijven heeft
nog geen enkele robot in huis voor het beladen
van hun CNC-machines. Bij de koplopers ligt dat
percentage met 57 procent zelfs nog iets hoger.
Het aandeel van beladen robots in de omzet
ligt voor 32 procent van de bedrijven op minder
dan 10 procent en voor nog eens 32 procent op
10 procent tot 25 procent. Bij koplopers ligt het
voor 34 procent op 10 procent tot 25 procent en
voor eveneens 34 procent op 50 procent tot
75 procent van de omzet. Ton van den Broek
van Kusters Goumans vroeg zich openlijk af
waarom zoveel bedrijven investeren in roboti-
sering, als hun spindels vaak minder dan 40 uur
per week draaien. Volgens hem zouden bedrij-
ven eerst moeten kijken naar hun processen en
pas daarna naar automatiseren.
Van de bedrijven die robotbelading als de toe-
komst zien, verwacht 78 procent dat dit nood-
zakelijk is om qua kostprijs te kunnen blijven
concurreren. Ruim de helft van de koplopers
verwacht zelfs dat robotisering noodzakelijk zal
zijn vanwege een tekort aan operators. Van alle
bedrijven denkt 36 procent dit.
Scholing
Derde opvallende conclusie is dat er weinig
aandacht besteed wordt aan scholing. Gemid-
deld besteedt 56 procent van de bedrijven min-
der dan één dag per jaar per medewerker aan
3D-printers
Het aantal bedrijven dat een 3D-printer heeft aange-
schaft is sinds de vorige benchmark verdubbeld tot 19
procent. Het gaat nu nog vooral om kunststof printers
maar de verdubbeling zegt al veel. 2 Procent van de deel-
nemers heeft een 3D-metaalprinter aangeschaft. In 2015
had nog geen enkel bedrijf een dergelijke printer.
Koplopers verspanen
lopen verder uit
Rob van der Werff (Koninklijke Metaalunie) presenteerde de resultaten.
Het expertpanel (v.l.n.r.): Michiel Jansen (OOM), Ton van den Broek (Kusters Goumans), Dirk Dona (Bakker Kleinmetaal) en Jan Kusters (Kusters Precision Parts).
10-11-12_benchmarkverspanen.indd 10 21-04-17 11:44