Pagina 15 van: Metaal Magazine 2 -2014

j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 2 – 2 0 1 4 15
B E D R I J V I G H E I D
De machines voldoen daarnaast ook aan de an-
dere eisen die bij Machinefabriek Elburg wor-
den gesteld: een Fanuc besturing en een BT50
opname. “Vanwege de uitwisselbaarheid van
operators en gereedschappen.”
De H.Plus-630 machines hebben een lineair werk-
bereik van 1.050 mm x 920 mm x 990 mm, terwijl
de B-as over 360° kan roteren. De machines zijn
geschikt voor een palletafmeting van 630 mm x
630 mm, waarbij de maximale werkstukmassa
1.200 kg bedraagt. Het maximale toerental ligt
bij een BT50 opname op 12.000 min-1. Het ge-
reedschappenmagazijn telt in het geval van Ma-
chinefabriek Elburg 150 posities, maar dit kan
eventueel worden opgevoerd tot 360.
In het voorjaar van 2014 worden alle vijf machi-
nes gekoppeld aan het magazijnsysteem van
Fastems (ingericht voor zowel pallets als op-
spangereedschappen) tot een complete FMS-
cel. Bijzonderheid daarbij zal zijn dat ook het
opspannen van de ruwe werkstukken plaats zal
vinden met behulp van een robot (auto loa-
ding). “Dan is het een kwestie van een pallet
met ruwe werkstukken naar binnen rijden en
even later komt er een pallet met kant-en-klare
en gestapelde producten uitrollen”, zo schetst
De Haas het toekomstbeeld.
Pieter Schelte
Het bewerken van gietstukken vormt het uitge-
sproken specialisme van Machinefabriek Elburg,
waarbij het bedrijf ook het inkooptraject voor zijn
rekening neemt. De behoefte van de klant vormt
daarbij de rode draad. “Is flexibiliteit en snelheid
van belang dan valt de keuze meestal op giete-
rijen in West-Europa. Gaat het om grotere series
waar de prijs zwaarder mee gaat wegen dan
komen we vaak uit in Turkije of India”, geeft De
Haas aan. Ook de aard van het product speelt een
rol. “Soms vormt het gietstuk de helft van de
kostprijs, soms meer dan 70 procent. In dat laatste
geval weegt de prijs van het gietstuk zwaarder
mee.” Bovendien heeft elke gieterij nog weer zijn
eigen specialisme en dat maakt de beheersing
van het inkooptraject tot een belangrijk aspect.
Naast de bewerking van gietstukken vormt de
productie van onderdelen voor de olie- en gas-
industrie en de compressorenbouw (voor grote
datacentra met name) een belangrijke andere
activiteit. Als voorbeeld noemt De Haas hydrau-
lische blokken voor schepen, zoals voor de Pie-
ter Schelte die momenteel in Zuid-Korea wordt
gebouwd. Een soort catamaran, maar dan van
een omvang dat het complete booreilanden
kan tillen. Met trots wijst hij ook op de pomp-
huizen voor scheepsdieselmotoren met het
nieuwe common rail inspuitsysteem. “Vanaf het
allereerste begin van het ontwikkeltraject zijn
we daarbij betrokken geweest.”
‘De slagader van het bedrijf’, zoals De Haas het
noemt, wordt gevormd door de in totaal achttien
horizontale bewerkingscentra. Van diverse make-
lij, maar alle uitgerust met een palletwisselsys-
teem om de productiecapaciteit van de machines
maximaal te benutten. Als ‘pareltje’ noemt hij
daarbij de HR8A van Mitsui Seiki, dat de grote
smeedblokken voor de Pieter Schelte met een
nauwkeurigheid van 5 micrometer kan bewer-
ken. Daarnaast telt het machinepark nog diverse
verticale bewerkingscentra en onbemand opere-
rende draaimachines voor ronde delen. <<<
Machinefabriek Elburg
De investering in de nieuwe productiecel past volledig in de strategie van Machinefabriek El-
burg (met zo’n 95 medewerkers). “Manarm, volcontinu en met een maximum aan flexibiliteit,
dan heb je toekomst als toeleverancier”, aldus Eric de Haas. Dankzij de groei in met name de
olie- en gasindustrie en de compressorenbouw is de meest recente crisis goeddeels voorbij
gegaan aan het bedrijf. De belangrijkste afzetmarkt vormt nog altijd Nederland, maar inmid-
dels wordt al zo’n 40 procent van de omzet bereikt bij onze oosterburen.
Geschikt voor 24/7-productie
Commercieel directeur Eric de
Haas: “Manarm, volcontinu
en met een maximum aan
flexibiliteit, dan heb je
toekomst als toeleverancier”
(foto: Jan Oonk)
14-15_elburg.indd 15 17-02-14 16:30