Pagina 31 van: Metaal Magazine 10 – 2014

j a a r g a n g 5 2 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 – 2 0 1 4 31
F P T – V I M A G F O R U M D I S C U S S I E
af wie je als constructeur wilt zien. Tegenwoor-
dig is er een groot aantal bedrijfsleiders dat zich
ook nadrukkelijk bezighoudt met de construc-
tie. Maar degene die daadwerkelijk de construc-
tie maakt, die is moeilijk te bereiken. Of ze dan
ook van alle technieken volledig op de hoogte
zijn, blijft de vraag.” Marco Kraaijeveld vult aan:
“Nieuwe materialen en technieken zie je sneller
opkomen in omgevingen waar van bovenaf
wordt aangegeven met welke materialen moet
worden gewerkt. De autoschadebranche is daar
een goed voorbeeld van. De autoproducent
geeft aan welke onderdelen op welke manier
moet worden hersteld. Sommige van die mate-
rialen zijn zelfs helemaal niet meer te lassen. Er
wordt keurig netjes voorgeschreven wat wel
kan en met welke apparatuur dat moet worden
gedaan. In dezelfde branche is naast veiligheid
nog een andere belangrijke drijfveer om nieuwe
materialen in te zetten: duurzaamheid. Door
Eigentijdse verbindings-
technieken voor dunne plaat
>>>
TIG-lassen langzaam uit de markt gedrukt
Menko Eisma:
“Verbindingstechnieken niet los te zien
van het totale productieproces.”
FPt-ViMaG-Forumdiscussie
De FPT-VIMAG-Forumdiscussie is een initiatief van FPT-VIMAG. De leden van de vereniging
vertegenwoordigen gezamenlijk meer dan 1.500 producenten van apparatuur voor de me-
taalindustrie. Door hun rechtstreekse vertegenwoordiging en de jarenlange ervaring beschik-
ken de FPT-VIMAG-leden over een onschatbare hoeveelheid kennis en deskundigheid. Die
knowhow wordt nu ook via de forumdiscussie overgedragen. Tijdens de discussie passeren
onder meer de stand der techniek, ontwikkelingen en aandachtspunten voor potentiële ge-
bruikers de revue. De bijeenkomst over eigentijdse verbindingstechnieken stond onder leiding
van Reinold Tomberg, hoofdredacteur van Metaal Magazine en vond plaats onder auspiciën
van de PR-commissie van de Federatie Productie Technologie (FPT). Aan de FPT-VIMAG-fo-
rumdiscussie over nieuwe verbindingstechnieken werd deelgenomen door Menko Eisma van
Trumpf Nederland (Hengelo), Marco Kraaijeveld van Laskar Las- en Snijtechniek (Gorinchem),
Wim Goedhart van Laskar Puntlastechniek (Gorinchem) en Ard Hofmeijer van Laser Applicatie
Centrum LAC (Enschede).
ven door de komst van nieuwe materialen wor-
den ook hier steeds de grenzen van het moge-
lijke opgezocht. Is er wat dat betreft een trend
herkenbaar? Wordt er juist meer of minder
gelijmd of gelast? En welke verschuivingen en
vernieuwingen zijn waar te nemen?
Meerwaarde bepalend
Menko Eisma van Trumpf Nederland trapt af:
“Verbindingstechnieken zijn niet los te zien van
het totale productieproces. Een proces waarin
bijvoorbeeld lasersnijden, kanten en lassen el-
kaar opvolgen. Zo’n proces proberen bedrijven
zoveel mogelijk te beheersen. Dat betekent ook
dat er wordt nagedacht over de verbindings-
techniek. Voor plaatwerk geldt dat bij iedere
volgende bewerking in het productieproces de
meerwaarde van het product toeneemt en dus
ook het risico groter wordt. De verbindingstech-
niek is vaak één van de laatste schakels in de
keten en het risico is daar dan ook groot; je hebt
bovendien met zoveel parameters te maken. Dat
remt de introductie van technieken.” Wim
Goedhart van Laskar Puntlastechniek vult aan:
“Daar komt bij dat het slecht gesteld is met het
kennisniveau over verbindingstechnieken. Zo
zou puntlassen een gepasseerde techniek zijn,
terwijl de opkomst van bijvoorbeeld de inverter-
techniek het puntlassen juist springlevend
maakt. Het lasproces is tegenwoordig door ver-
gaande automatisering ook nog eens volledig
beheersbaar. Als je de machine goed instelt, kan
er bij wijze van spreken niet mis gaan.” Marco
Kraaijeveld van Laskar Las- en Snijtechniek: “Je
merkt wel dat er meer wordt nagedacht over de
verbindingstechniek die je het best kunt inzet-
ten. De eigenschappen van een materiaal veran-
deren door het lassen, terwijl de regelgeving
steeds strenger wordt, waardoor de ‘reprodu-
ceerbaarheid’ een belangrijk thema wordt. Het
dwingt bedrijven ertoe om beter en meer na te
denken over hun verbindingstechnieken. Een
techniek die hierdoor in de belangstelling is
komen te staan, is het lijmen. Praat je echter met
metaalbewerkers over deze techniek dan wordt
er al snel lacherig gedaan. Het bewijst maar
weer eens dat het nadenken over verbindings-
technieken eigenlijk al op de tekentafel moet
beginnen.” Over die keuze vertelt Ard Hofmeijer
van het Laser Applicatie Centrum LAC: “Je moet
de verbindingstechniek kiezen die bij je product,
proces en organisatie past. Op beurzen kom je
de meest innovatieve machines tegen. Voordat
op zo’n machine wordt overgestapt, zul je eerst
de vraag moeten stellen of er al het beste uit het
bestaande machinepark wordt gehaald. Vaak
blijkt dat optimalisatie ook mogelijk is door de
bestaande technieken beter te benutten.”
Denken vanuit plaat
‘De beste las, is de las die je niet hoeft te maken’
is een veel gehoorde opmerking. Een opmer-
king waar waarheid in schuilt, want voor een
optimaal productieproces is het beter om van-
uit de plaat te denken om op die manier verbin-
dingstechniek zoveel mogelijk te vermijden.
Merken de deelnemers aan de forumdiscussie
dat er vaak op die manier wordt gewerkt? Hof-
meijer: “Een groot deel van de toeleveranciers
krijgt vaak min of meer uitgekauwde produc-
ten die zo goedkoop mogelijk moeten worden
gemaakt. Het enige waarmee je je kunt onder-
scheiden is door het neerleggen van een aan-
trekkelijke prijs. Je zou zeggen dat vernieu-
wende technieken en ideeën daar een belang-
rijke rol in kunnen spelen. Maar het strandt
vaak bij de constructie.” Wim Goedhart vult
aan: “De constructeur is vaak iemand die vastzit
in een patroon. Dat is eigenlijk ook wel begrij-
pelijk. Wij proberen hem daaruit los te weken
en naar een ander niveau te brengen, door
vanaf het eerste begin van het constructiepro-
ces met hem mee te denken.” Ook andere ont-
wikkelingen kunnen dat proces versnellen.
Menko Eisma: “Moderne software maakt het
de constructeur een stuk makkelijker. Daar
staat tegenover dat de constructeur zelf lang
niet altijd eenvoudig te bereiken is. Wij spreken
vaak bedrijfsleiders en directieleden en hopen
dan op een beurs als de Euroblech ook con-
structeurs te ontmoeten. Daar kom je ze echter
te weinig tegen.”
Ook tijdens cursussen die bijvoorbeeld door le-
veranciers worden georganiseerd, zijn construc-
teurs slecht vertegenwoordigd. Zijn zij dan ei-
genlijk wel voldoende op de hoogte van ont-
wikkelingen in de verbindingstechniek en zijn
ze voldoende bekend met andere materialen
dan plaatstaal? Menko Eisma: “Dat hangt ervan
30-33_vimagforum.indd 31 27-11-14 16:46