Pagina 15 van: Metaal Magazine 1 – 2020

nieuwe ontwikkelingen zien om het
meten op de machine te versnellen
en nauwkeuriger te maken. In de
Sprinttechnologie wordt het nauw-
keurig tasten en 3D scannen op de
machine gecombineerd. Als je op de
machine meet, eventueel onbemand,
kunnen kwaliteitsdata realtime wor-
den opgeslagen in de Reporter App.
Via MTConnect streamt Renishaw
de data om ze verder te analyse-
ren of om ze op te slaan. Hexagon
demonstreerde vorig jaar op de EMO
bij Alzmetal een 3D-laserscanner,
geïntegreerd in een behuizing met
een gestandaardiseerde gereed-
schapshouder zodat de scanner
in de gereedschapsketting hangt.
Het scannen kan gebruikt worden
voor de kwaliteitscontrole van 3D
gevormde oppervlakken, maar ook
bij het opspannen van het werkstuk.
De software bepaalt aan de hand
van het scanbeeld de best fit voor
de opspanning. Vergelijkbaar zijn
de nieuwe functies, zoals de nieuwe
FormcontrolV5 software van Blum-
Novotest biedt. Allignment Function
2 wordt gebruikt om het programma
automatisch te corrigeren voor
uitlijnfouten. Voor de kwaliteitscon-
trole is Formcontrol Automation
een nieuwe optie. Hiermee kan de
machine automatisch een meting
tijdens en na het bewerken uitvoeren
en alle meetdata loggen. De meet-
programma’s worden op een externe
PC aangemaakt en daarna naar de
machine doorgestuurd, de operator
stuurt de meetdata terug om de rap-
porten te genereren. De meetcyclus
zelf wordt op de machine volledig
onbemand afgewerkt. Blum-Novotest
biedt hierbij ook de mogelijkheid om
oppervlakteruwheid te meten. Bij
het Fraunhofer IPT wordt momen-
teel technologie ontwikkeld om bij
het meten van grote werkstukken,
bijvoorbeeld uit de gietindustrie,
automatisch te compenseren voor
temperatuurschommelingen in het
werkstuk. Daartoe plaatst men sen-
soren op de kritische zones van het
werkstuk. Deze sensoren sturen de
temperatuur door naar de meetsoft-
ware die hiervoor corrigeert. . Op de EMO demonstreerde Alzmetal de nieuwe laserscanner van Hexagon, die in het gereed-schapsmagazijn past.
METAAL MAGAZINE / FEBRUARI 2020 PRODUCTIETECHNIEK 15
Pro en contra
Waar is het beste te meten: op de CNC-machine of op een CMM in de meet-
kamer. Eén antwoord op deze vraag bestaat niet, dat is product- en bedrijfs-
afhankelijk. Wel is met de volgende vuistregels al ver te komen:
Op de machine meten In de meetkamer meten
Nauwkeurigheid Hangt van veel facto-
ren af, zoals trillingen,
vervuiling, temperatuur
et cetera. Tevens bepaalt
het kennisniveau van de
operator het resultaat bij
meer complexe metin-
gen.
Is 99 van de 100 keer
nauwkeuriger doordat
je bij het op een CMM
meten veel minder last
hebt van verstorende
omgevingsfactoren.
Investeringen Geen dure CMM nodig;
wel verlies je productivi-
teit doordat tijdens het
meten niet verspaand
wordt. Aan de andere
kant kun je besparen
door afkeur te voorko-
men.
Hoger, omdat je een apar-
te CMM koopt met tasters
en eventueel scanners, en
omdat je gespecialiseerde
medewerkers nodig hebt.
Flexibiliteit Groter, want de meet-
cyclus wordt mee ge-
programmeerd in het
programma.
Tenzij je de nieuwe
softwaremogelijkheden
benut, vergt dit nog het
apart programmeren van
alle werkstukken voor de
CMM.
Closed loop Meetdata kunnen naar
de CNC-besturing wor-
den teruggeleid om het
programma automatisch
bij te sturen.
Staat nog in de kinder-
schoenen. Wel verwach-
ten Duitse meetbedrijven
dat de komst van umati
als standaard interface
het ontwikkelen van de
verbinding tussen CMM
en CNC-machine versnelt.
Meettechnieken
12-13-14-15_meettechniek.indd 15 29-01-20 15:47