Pagina 32 van: Metaal Magazine 1 – 2016

j a a r g a n g 5 4 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 – 2 0 1 6 3332 j a a r g a n g 5 4 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 – 2 0 1 6
drijn Westfalen heeft al een machinebouw die
bijna het dubbele is van de Nederlandse. Deze
bedrijfstak realiseert een omzet van bijna euro
50 miljard 2014. Hier vinden de innovaties plaats
en dus liggen er nog genoeg mogelijkheden die
onvoldoende benut worden. Juist omdat Neder-
land innovatief is en een prima toeleverancier. “
Automotive
Als grote klant van machinefabrikanten is de
Duitse automobielindustries met een omzet van
rond de euro 350 miljard één van de belangrijk-
ste sectoren in Duitsland. Ook voor Nederlandse
toeleveranciers is de Duitse automobielindustrie
met een exportaandeel van 44% veruit de
grootste afzetmarkt. In 2014 heeft Nederland
naar schatting voor euro 3,6 miljard geleverd
aan de Duitse auto(onderdelen)industrie, zo be-
cijfert het Economisch bureau van ING. Daarvan
komt ca euro 2,3 miljard op het conto van de
metaalindustrie. Vooral onderdelen als uitlaten,
schroeven en aluminiumdelen vinden gretig af-
trek. De automobielindustrie besteedt zo’n 73%
van de producten en diensten en steeds meer
aan buitenlandse bedrijven. In de volgende fase
van uitbesteding is productinnovatie aan de
beurt, voorspelt ING. De verantwoordelijkheid
voor innovatie komt meer bij de toeleveranciers
te liggen. De Nederlandse toeleveranciers, met
een hoog innovatief karakter en sterk in high-
tech, kunnen hiervan profiteren. Bijvoorbeeld
met lichtgewicht materialen en energiebespa-
rende systemen.
Familiebedrijven
Geldt dit ook voor de machinebouw? Anders
dan in de automobielindustrie bestaat meer dan
90% van de Duitse machinebouw uit bedrijven
met minder dan 500 werknemers. Deze MKB’ers
zijn nog een onontgonnen terrein voor Neder-
landse toeleveranciers, hoewel ze met euro 220
miljard wel goed zijn voor de helft van de totale
omzet in de Duitse machinebouw. Deze sector
telt veel familiebedrijven, die traditioneel wei-
nig uitbesteden en dan nog het liefst aan bedrij-
ven in de buurt. Toch is ook hier een trendbreuk
te signaleren. Niet alleen worden meer machi-
nes van andere Duitse bedrijven gekocht ook
richt men zich meer op buitenlandse toeleve-
ranciers. Een andere trend is om het aantal toe-
leveranciers te beperken tot modulebouwers en
system suppliers. Nederland doen het goed in
nummer 1
Mag Nederland niet zo’n belangrijke invoer- en
afzetmarkt voor Duitsland zijn, andersom is dat
wel het geval. Duitsland staat met stip op num-
mer 1 als afzetmarkt van gereedschapsmachi-
nes, met een aandeel van 34%. Van de Neder-
landse import van machines komt 16% procent
uit Duitsland. Daarmee is Duitsland na Japan en
Taiwan de derde belangrijkste partner. Japan is
met 29% veruit favoriet als leverancier bij onze
metaalbedrijven. Vanuit Duits perspectief
schommelt de handel tussen beide landen tus-
sen 2% en 3%. Na het verdwijnen van het ijze-
ren gordijn en de Duitse éénwording, heeft
Duitsland zich omgedraaid naar de Oost-Euro-
pese maakindustrie. Zo is de import vanuit Tsje-
chië gestegen van 2% naar 15%. “In dat licht
gezien, is de uitvoer van de Nederlandse maak-
industrie slechts licht gedaald”, aldus Witte-
veen. “Landen als Frankrijk en Groot-Brittannië
hebben hun aandeel veel sterker zien dalen.”
De laatste jaren heeft vooral de handel met Azië
heeft een enorme vlucht genomen. Dat is ener-
zijds een bedreiging voor de Nederlandse han-
delspositie. Tegelijkertijd kan Nederland hiervan
profiteren door mee te liften op het Duitse suc-
ces, omdat 20% van de Duitse machines richting
China gaat. “Ook van toeleveranciers wordt ver-
wacht dat ze een globale speler zijn. Dan moet
je volgen,” aldus Witteveen “Dat kan een grote
stap zijn, maar anders loop je de kans dat je een
uiteindelijk opdrachtgever kwijt bent.”
Deelstaten
Het type maakindustrie verschilt sterk per Duitse
deelstaat. Baden-Württemberg is groot in de
machinebouw, terwijl Beieren het grootste is als
het gaat om autoproductie. Nordrhein-Westfa-
len (NRW) is sterk georiënteerd op metaalbe-
werking. De Nederlandse toeleveranciers expor-
teren vooral naar de aangrenzende deelstaat
Nordrhein-Westfalen. Van de euro 1,2 miljard
metaalproducten die naar Duitsland gaan, gaat
41% naar NRW, en van de 3,2 miljard aan ma-
chines 24%. Baden-Württemberg blijft steken
op 15% en Beieren op 14%. In Zuid-Duitsland
lijken dan ook de grootste kansen te liggen. In
2012 is daarom in Zuid-Duitsland initiatief van
start gegaan die de export en innovatiesamen-
werking met deze regio moet bevorderen. Dat
heeft er in elk geval toe geleid dat de voorgeno-
men sluiting van het consulaat-generaal in
München niet is doorgegaan. Volgens Witte-
veen is overigens nog genoeg te winnen in
Nordrhein-Westfalen. “Voor veel MKB’ers is
Zuid-Duitsland te ver weg. Maar alleen Noor-
Nordrhein Westfalen is de belangrijkste afzetmarkt voor de Nederlandse metaalindustrie.
Leden van Metaalunie op bezoek bij het familiebedrijf Claas, de grootste fabrikant van land-
bouwmachines Claas (foto Olaf ter Haar)
De Nederlandse metaalindustrie leverde in 2014 voor circa 2,3 miljard euro aan de Duitse au-
tomobielindustrie (foto: Audi)
Zakelijke cultuur
De Duitse manier van zaken doen is an-
ders dan die in Nederland. Naast de be-
kende Duitse Gründlichkeit en stiptheid,
zijn de technische prestaties van een
product uitermate belangrijk; je kunt
beter een techneut dan een verkoper
meenemen. En dat al vanaf de eerste
ontmoeting. Witteveen: “Van onge-
vraagd meedenken –‘dat zou ik anders
doen’ – moeten ze niet zoveel hebben.
Pas als je een relatie hebt opgebouwd,
begint men dat iets meer te waarderen.
En als je belooft dat je 100% op vrijdag
levert, moet je dat ook doen, dan kun
je niet pas maandag leveren. Daar staat
tegenover dat Duitse ondernemers wel
gecharmeerd zijn van onze handelsgeest,
innovatief vermogen, de samenwerking
tussen disciplines.”
31-32-33_belangdmr.indd 32 01-02-16 12:57