Op dit ogenblik lijken de partijen PvdA, PVV, SP of VVD (genoemd in strikt alfabetische volgorde!) de beste papieren te hebben om na de komende verkiezingen de premier voor ons land te leveren. Interressant is hoe die partijen denken over de maakindustrie. Niet dus: een teleurstellend rondje door de verkiezingsprogramma’s
We hebben weining zin om de politiek en de politici te bashen, maar na de eerste debatten en al lezend in de verkiezingsprogramma´s van de vier genoemde partijen kun je geen helaas andere conclusie trekken, dat de industie en zeker de maakindustrie, niet hoog op de politieke agenda staan.
VVD
Als je met zoekwoord ‘Industrie’ het volledige verkiezingsprogramma van de VVD doorloopt is het eerste zoekresultaat ‘creatieve industrie’. Een teken aan de wand. Wat je mening ook is over de VVD, deze partij staat toch vrij dicht bij de ondernemers en je zou als eerste treffer toch iets anders verwachten. Een vergezicht over Nederland Industrieland. Niet dus: de tweede bevinding is ‘filmindustrie’. En als derde, en laatste, vinden ‘integratie-industrie’. En dat was het.
SP
In het programma van de SP lezen dat er een nieuwe nationale investeringsbank (NIB) komt, die kredieten gaat verstrekken aan fundamenteel gezonde en goed geleide bedrijven en aan starters. De vraag is dan wat de SP verstaat onder ‘fundamenteel gezond’. Verder wil SP innovatie in de industrie graag ondersteunen, maar ook in de creatieve sector en de ICT. Ook ziet de overheid in de visie van de SP beter toe op de vestigingslocaties van grote elektriciteitscentrales, energie-intensieve industrie en bedrijven die een groot potentieel hebben voor de benutting van restwarmte.
PVV
Bij de PVV vinden we het woord industrie voor de eerste keer in de buurt van het woord knettergek, zo kennen we de PVV weer. Positief is dat de PVV de Nederlandse maakindustrie, zoals Nedcar, wil beschermen. Maar de PVV wil ook geen cent subsidie voor de anti-Israël-haatindustrie …..
PvdA
Zoeken we bij de PvdA met ‘industrie’ dan duiken weliswaar de metaalbedrijven op, en de erkenning dat die bedrijven behoren tot de activiteiten die ons land draaiende houden, maar dat was het ook wel zo ongeveer. De PvdA is van mening dat het nu tijd is voor een nieuwe trotse vorm van industriepolitiek. En dat de potentie van onze (kennisintensieve) maakindustrie, die zich onderscheidt door een hoge toegevoegde waarde, beter moet worden benut.