Ondanks internet en andere digitale media staat de TechniShow nog altijd onveranderd hoog genoteerd in de agenda van metaalbewerkende toeleveranciers, zo leert een bescheiden rondvraag binnen dit vakgebied. De combinatie van persoonlijke contacten met een aanschouwelijk overzicht van nieuwe ontwikkelingen binnen de productietechniek is nog altijd de charme van een vakbeurs.
Als puntje bij paaltje komt is er toch niets zo verhelderend als een machine live te aanschouwen en actief bezig te zien. Die mogelijkheden biedt een vakbeurs als de TechniShow en dat blijft een van de sterke punten van dit tweejaarlijkse evenement. “De toepassingen en mogelijkheden met eigen ogen zien”, zoals production support manager Twan Verspaandonk van KMWE in Eindhoven het verwoordt. Dat geldt ook voor productieleider Cok Slingerland van Machinefabriek Vos in Sliedrecht. “Je kunt alle informatie over een nieuwe machine verzamelen uit een brochure of via internet, maar je wilt ook een beeld krijgen hoe het er uitziet in de praktijk en hoe het werkt.”
Bovendien is het onderhouden van contacten met machineleveranciers voor Slingerland ook een belangrijk aspect van een bezoek aan de TechniShow. Net als voor directeur Jeroen Zuidberg van Zuidberg Techniek Holding in Ens en directeur John Schouren van Schouren-Metaal in Venlo. Schouren: “Het biedt ook meteen een mooie gelegenheid om nog eens wat technische vragen te stellen aan onze machineleveranciers.”

Stukje vernieuwing
“Een stukje vernieuwing proberen te ontdekken”, dat is wat de TechniShow de moeite waard maakt voor Verspaandonk. “Het zijn vaak de kleine dingen die het doen bij het streven om de efficiëntie en betrouwbaarheid van de productieprocessen te verbeteren.” Hij verwacht verder met name op het gebied van additive manufacturing, robotisering en combinaties van bewerkingen wel het een en ander te weten te komen over de stand van zaken en de ontwikkelingen die nog in het vat zitten. Ook alles wat te maken heeft met Industrie 4.0 is bij KMWE een ‘hot item’. “Wat gaan we daarmee doen? Die vraag speelt heel sterk bij ons. En wat doen de machineleveranciers op dat gebied? Daar hopen we op de TechniShow in ieder geval een beter beeld van te krijgen.”
Voor Schouren geldt ook: “Kijken of er vernieuwingen zijn in de branche, met name op het gebied van bewerkingstechnieken.” Sensationele noviteiten verwacht hij op dat punt niet. “Het gaat meer om verfijningen dan om doorbraken.” Hij doelt dan op zaken als hogere snelheden en nauwkeurigheden en extra mogelijkheden die machines kunnen bieden. Want een efficiënter productieproces, daar draait het voor Schouren vooral om. Om de eindproducent qua prijs en kwaliteit optimaal te bedienen en om de concurrentie meteen de wind uit de zeilen te nemen.
Ideeën opdoen
Thema’s als big data, automatisering en 3D-printing spelen voor Schouren alleen op de achtergrond. “Qua automatisering liggen we momenteel aardig op peil.”
Voor Slingerland is dat niet veel anders. Hij gaat heel gericht kijken naar wat er gaande is op het gebied van CNC-machines. “Wat er anno 2016 mogelijk is en of er nieuwe dingetjes zijn. Automatisering en 3D-printing is allemaal heel interessant, maar voor ons niet direct relevant. Maar het is wel de moeite waard om het in de gaten te houden.”
Zuidberg hoopt op de TechniShow vooral ideeën op te doen. Bijvoorbeeld op het gebied van automatisering. “Wat wordt er aan universele robotjes en systemen aangeboden en wat kun je ermee. Desnoods maken we de systemen vervolgens zelf, helemaal aangepast aan ons eigen productieproces.” En passant kijkt hij ook naar nieuwe ontwikkelingen op het gebied van randprocessen als het walsen en puntlassen, door hem aangeduid als de ‘kleine investeringen’. “Vaak kom je onverwachts toch iets interessants tegen waar je niet direct op rekent. Handigheidjes en leuke verrassingen die toch geld op kunnen leveren.”
Voor de echte vernieuwingen op het gebied van de hoofdprocessen speelt de TechniShow voor hem een ondergeschikte rol. “Je gaat daar niet twee jaar op wachten tot de volgende beurs.” Voor wat de grote investeringen betreft doet hij daarom liever een direct beroep op zijn bestaande netwerk van machineleveranciers, zeker omdat hij hecht aan een eenduidig machinepark. “We gaan dan bij voorkeur kijken bij een referentieklant om te zien hoe het werkt in de praktijk, daar is een beurs minder geschikt voor.”

Andere beurzen
Voor Schouren is de TechniShow de enige vakbeurs op machinegebied waar hij tijd voor vrij maakt. Voor tussentijdse nieuwe ontwikkelingen laat hij zich net als Zuidberg informeren via zijn bestaande netwerk van machineleveranciers. Zuidberg gaat daarnaast ook nog naar de Metav, maar dan alleen voor de echte vernieuwingen. “In een hal met alleen maar draaibanken zie je al gauw door de bomen het bos niet meer, dus daar concentreren we ons vooral op de highlights.” Voor Slingerland is naast de TechniShow de Europort in Rotterdam een must. Deze beurs richt zich heel specifiek op de offshore en dat vormt voor Machinefabriek Vos een van de belangrijke afzetmarkten.
Voor Verspaandonk en zijn technische collega’s behoren naast de TechniShow ook de EMO (zowel in Hannover als Milaan) en de AMB in Stuttgart tot de drie topmanifestaties op het gebied van machines die worden bezocht. Het internationale karakter van de TechniShow is dan weliswaar wat beperkter, maar met name als het gaat om automatisering, meettechnieken en CAD/CAM-software valt er in Utrecht toch heel wat van zijn gading te vinden.
Vakbeurzen voor eindmarkten
Niet iedereen heeft de TechniShow bovenaan zijn prioriteitenlijst staan. CTO en co-owner Marc Evers van KMWE laat de machinebeurs over aan zijn technische mensen en concentreert zich zelf op de vakbeurzen van zijn klanten. Zoals voor de printwereld (Drupa), de semiconductorindustrie, de aerospace en de medische industrie. “De technische ontwikkelingen bij onze klanten zijn voor ons als toeleverancier eveneens van groot belang”, zegt hij daarover. “Daar vertellen bedrijven als Airbus en Boeing bijvoorbeeld wat er speelt in hun markten en waar ze naar toe gaan. Daar willen we als toeleverancier tijdig en adequaat op in kunnen spelen.”

(foto: Schouren-Metaal)
DOOR: JAN OONK
Noot: Dit artikel is eerder verschenen in Metaal Magazine nummer 2