Bedrijven en laaggeschoolde medewerkers
in de technologische industrie vallen buiten de boot bij het toekennen van
de 53 miljoen euro aan subsidies uit het Europees Sociaal Fonds. Géén van
de 19 aanvragen vanuit de sector – voor in totaal ruim 11.000 deelnemers en
een subsidiebedrag van 3,5 miljoen euro – is gehonoreerd.
Jan Kamminga, voorzitter FME: ‘De technologische industrie kampt met een nijpend tekort aan technisch personeel en heeft grote behoefte aan het opscholen van laaggeschoolden tot mbo-niveau. Het is bijzonder teleurstellend om te zien dat hier bij de toekenning van de ESF-subsidies geen aandacht voor is. De overheid slaat de plank volledig mis.’
Kwantiteit in plaats van kwaliteit
De technologische industrie vist achter het net dankzij de door de Nederlandse overheid gehanteerde methodiek. De systematiek die tot de ranking en daarmee tot toekennen van subsidie leidt lijkt zich meer te richten op kwantitatieve aspecten zoals de juiste hoeveelheid doelgroepers dan op de kwaliteit van de scholingsprogramma’s. Projectaanvragen gericht op een sector kregen voorrang op meer bedrijfsgerichte aanvragen.
FME vreest ook voor onderbesteding met als gevolg dat de Europese middelen terugvloeien naar Brussel en niet ten goede komen aan de versterking van de arbeidsmarktpositie van lager geschoolden in Nederland. De subsidievragen worden namelijk niet of nauwelijks getoetst op realiteitsgehalte. En het niet realiseren van de soms zeer ambitieuze doelstellingen met betrekking tot de diverse doelgroepen heeft slechts beperkte consequenties voor de aanvrager.
Onlangs is bekend gemaakt welke subsidieaanvragen voor het jaar 2008 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds door het ESF-loket gehonoreerd zijn. Voor de ESF-periode 2007-2013 is jaarlijks ongeveer 53 miljoen euro beschikbaar voor opscholing van werkende mensen met als doel de inzetbaarheid van lager opgeleiden op de arbeidsmarkt. Ook andere technische sectoren komen er bij de toekenning van de Europese middelen bekaaid vanaf.