De hoogmis voor de metaalbranche opent morgen, maandag 5 oktober, de poorten in een nieuwe kathedraal in Milaan. Weliswaar getekend door de recessie, maar het is en blijft dé meest belangrijke manifestatie voor metaalbewerkers
Wel is het zichtbaar dat het karakter van vakbeurzen als de EMO Milano 2009 de laatste jaren aan het verschuiven is. Mede onder invloed van de slechte tijd is dit proces nu versneld. De EMO was altijd een beurs waar de machinefabrieken lieten zien wat ze kunnen maken op het gebied van metaalbewerking.
Marketingplatform
De innovatieve kracht van een onderneming werd op een EMO getoond: ”kijk eens wat wij kunnen maken”. Nu worden metaalbewerkingsbeurzen, ook een EMO, veel meer een platform waarop machinefabrieken laten zien wat ze kunnen verkopen. Dus het is veel meer een marketing-uiting dan een R&D-demonstratie: ”Kijk eens wat wij kunnen verkopen”. Ook interessant, maar je loert niet meer in de keuken van de machinefabriek, maar je staat in de showroom. En je praat niet met de kok, maar met een verkoper.
Concentratie
Een ander fenomeen is de afname van het aantal grote machinefabrieken. Een voorbeeld: in sommige landen gaan DMG en Mori Seiki nu hun samenwerking benadrukken door als één merk naar buiten te treden: DMG Mori Seiki. Het is niet ondenkbaar dat op een komende EMO ze ook samen zullen optrekken. Terwijl DMG als de bundeling is van Deckel, Maho Gildemeister. En het is nog niet eens zolang geleden dat Mori Seiki de activiteiten van Hitachi Seiki overgenomen heeft.
Charme Italië
Dit voorbeeld kan naar hartelust aangevuld worden. Denk bijvoorbeeld aan GF AgieCharmilles (bundeling van Agie, Charmilles en Mikron) en aan MAG (samengaan van o.a. Boehringer, Cincinnati, Fadal, Giddings & Lewis, Hessapp, Hüller Hille enzovoort). Dit zal ook zichtbaar worden op metaalbeurzen: minder, maar meer grote stands. Alhoewel, de charme van een EMO in Italië is ook dat er zoveel locale, kleine Italiaanse machinebouwers exposeren met soms erg ingenieuze oplossingen.