Van dinsdag 15 tot en met vrijdag 18 maart 2016 presenteren de maakindustrie en de leveranciers van industriële productietechnologie zich gezamenlijk in de Jaarbeurs Utrecht. De maakindustrie is positief over 2016 en dit blijkt uit het aantal exposanten die zich op de TechniShow en de Esef presenteren.
De aanmeldingen voor de TechniShow 2016 lopen al vanaf de start voor op die van twee jaar geleden. Ruim 400 exposanten doen half maart mee aan de jubileumeditie van de TechniShow die 65 jaar geleden voor het eerst plaatsvond. Tevens ziet de beursorganisatie een stijging in het aantal buitenlandse exposanten. Hoewel het slechts 5 procent meer buitenlandse partijen betreft, vindt Chantal Baas, directeur van branchevereniging FPT-Vimag dit wel een positief teken. “Ze zijn geïnteresseerd in wat er in de Benelux gebeurt. Ze zien de meerwaarde van de TechniShow én de Nederlandse markt.” Sinds 2015 trekt de markt in de breedte aan. Ook kleinere bedrijven investeren weer. De omstandigheden zijn nu robuuster ten opzicht van 2014, waarin iedereen dacht dat de crisis voorbij was en heel positief het jaar in ging, met achteraf misschien ietwat tegenvallende resultaten.
Investeren in BV Nederland
Uit onderzoek blijkt dat de groei in 2016 verder en sneller kan doorzetten, als niet menig investeringsplan strandt op een gebrek aan financieringsmogelijkheden. Financiering van machine-aankopen, automatiseringssystemen of andere technologische innovaties waar de maakindustrie het van moet hebben, is nog steeds een pijnpunt, hoort Chantal Baas in de markt. De Nederlandse maakindustrie heeft nog steeds beperkte toegang tot kredietfaciliteiten. Met name jonge ondernemingen, die nog geen track record kunnen laten zien, hebben daar last van. Dit zet een rem op investeringen. Chantal Baas vindt dat de sector samen met de financiële partijen aan een oplossing moet werken. “De industrie in ons kikkerlandje staat internationaal best sterk. We hebben kleine en grote bedrijven die mooie producten of halffabrikaten maken. Dat zijn de parels in de Nederlandse industrie. Ze hebben echter allemaal technologie nodig om hun producten te maken.”

Ketenverbindingen
Twee jaar geleden heeft de beursorganisatie een aantal veranderingen in gang gezet die de bezoekers op de komende editie van de technologiebeurs aan den lijve ervaren. Zo is er in elke hal (hal 7, 8, 10, 11 en 12) een innovatiezone ingericht. Hier worden merk-onafhankelijk technologietrends per vakgebied getoond, zoals op het vlak van verspaning, plaatbewerking, productieautomatisering en verbindingstechniek. In hal 9 komt er een centraal maakplein, van waaruit ook de Guided Tours van onder meer Plaatbewerking en Verspaning vertrekken. Smart Industrie en 3D-printen vormen de overkoepelende thema’s tijdens de TechniShow en tevens bij de toeleveringsbeurs Esef.
Smart industrie
Sinds Duitsland het thema Industrie 4.0 bovenaan de industriële agenda heeft gezet, is het begrip bij onze Oosterburen bijna een hype geworden. Nederland gooit het over de boeg van smart industry, een onderwerp dat ook op Esef en TechniShow veel aandacht krijgt. Het onderwerp staat echter nog niet breed op de agenda van de maakbedrijven, meent Rob van der Werff, adviseur bij Koninklijke Metaalunie. “De definitie is voor veel bedrijven lastig. Zaken die al liepen, worden nu onder één noemer gebundeld. Maar ik zie in onze sector nog weinig bedrijven die ermee bezig zijn.” Hij wijt dat aan de schaalgrootte. Wanneer je als machinebouwer honderden machines in de markt hebt staan, loont het om via big data analyse meer te weten te komen over de inzet, de conditie, storingen et cetera. “Voor fabrikanten die grote series maken is dat prima. Bij onze leden zijn de aantallen te klein.” Toch probeert de Metaalunie via projecten het thema wel bij de leden ‘tussen de oren’ te krijgen, want het is zeker een onderwerp dat ook voor het industrieel mkb van belang is. “Door de hele keten met elkaar te koppelen, kunnen kosten worden bespaard”, aldus Menko Eisma van Trumpf Nederland. “Door systemen te verbinden, ontstaat transparantie, worden processen samengevoegd en worden overbodige handelingen geëlimineerd. Daardoor kunnen we kleine series en enkelstuks maken tegen een prijs van grote series. Dat is de essentie van Smart Industry.” Trumpf heeft daarom een apart bedrijf opgericht, Axoom. Dit bedrijf gaat de tools ontwikkelen voor Smart Industry en dit zal tijdens de TechniShow onder de aandacht gebracht worden.

3D-printen mag niet ontbreken
Uiteraard kan een beurs als de TechniShow niet achter blijven als het gaat over 3D-printen. De nieuwe productietechniek en dan met name 3D-metaalprinten, krijgt een prominente plek op de komende editie van de TechniShow. Bezoekers kunnen bij meerdere exposanten de laatste technologie om direct metalen producten te printen, live zien. Net zoals ook hybride-concepten getoond zullen worden: 3D-printen op bestaande producten of gecombineerd met verspanende bewerkingen in één machine. De Esef, waaraan ook kunststofverwerkende bedrijven mee doen, zal tevens aandacht besteden aan 3D-printen met kunststoffen. “Aan de kunststofkant gebeurt momenteel zelfs meer dan aan de metaalkant”, constateert Maarten van Teeffelen van CNC Consult & Automation. Verleden jaar heeft de softwareleverancier voor de verspanende industrie zijn activiteiten gesplitst. De 3D-printactiviteiten zijn sindsdien ondergebracht bij Brilliant Technology. Van hieruit levert men 3D-printers voor zowel metaal als kunststof producten. Nederland loopt met deze technologie achter op de omringende landen, zoals België. Vooral als het om 3D-metaalprinten gaat, staan er bij de zuiderburen veel meer printers opgesteld. Philippe Reinders Folmer, directeur van Renishaw Benelux, wijt dit aan een fundamenteel verschil tussen de Nederlandse en Belgische maakindustrie. De weg om tot een goed 3D-geprint metaalproduct te komen, is lang. Het vergt lef van maakbedrijven om dit risico te nemen en in deze toepassing te stappen. “In de Belgische industrie is de samenwerking tussen OEM’er en toeleverancier hechter; het vertrouwen is er groter. Daarom durft men in België wel te investeren in een langer lopend project en lopen we in Nederland achter.” Dat geldt min of meer ook voor de Duitse markt, die eveneens al verder is met metaalprinten.
Aanvullende technologie
Sommige critici roepen dat 3D-metaalprinten nog lang niet rijp is voor serieproductie. Philippe Reinders Folmer bestrijdt dit. Je moet de technologie zien als complementair op andere technieken. “Beschouw 3D-printen niet als een concurrent, maar als een aanvulling op vacuümgieten of verloren was gieten.” En dan is de technologie voor specifieke producten wel geschikt. Renishaw heeft recent een nieuwe 3D-metaalprinter geïntroduceerd die bedoeld is om in een geavanceerde productielijn in de fabriek te staan. Qua concept is de RenAM500 namelijk zodanig ontwikkeld dat de dode neventijden fors zijn gereduceerd. Het voorbereiden van een printjob is vereenvoudigd door het eigen softwareplatform QuantAM dat Renishaw via een abonnementsmodel aanbiedt. Naast Renishaw en Brilliant Technology, presenteren ook Bendertechniek en Trumpf het 3D-printen op de Techni-Show.
