De discussie rondom de hybride machinevarianten (verspanende bewerkingen gecombineerd met opgroeitechnieken) zou de aandacht kunnen afleiden van een technologie die nog steeds volop in de belangstelling staat: poederbedtechnologie. Philippe Reinders Folmer (Renishaw): “De technieken moet je eigenlijk naast elkaar zien”. Onlangs tijdens een forumdiscussie van de FPT-Vimag is dit onderwerp besproken.
Philippe Reinders Folmer: ”Met poederbedtechnologie zijn momenteel onderdelen met afmetingen tot zo’n 300 mm x 300 mm mogelijk. Voor grotere onderdelen is de hybride machinetechnologie interessant en voor de hele grote stap je over op zandprinttechnologie.”

Jan Floor van Egmond (Landré) vult aan: “De poederbedtechnnlogie is beperkter in snelheid en afmetingen, alhoewel die laatste ook voortdurend groter wordt. Daarnaast biedt het een grotere vormvrijheid dan de hybride technologie. Deze is niet alleen sneller maar maakt ook het gebruik van legeringen mogelijk. Daar zijn poederbedmachines juist erg ‘allergisch’ voor: het is niet verstandig om verschillende poeders door elkaar te halen.”

Ook het proces dat vooraf gaat aan de feitelijke productie verschilt bij beide productietechnologieën. Bas Koomen van Cadmes: “Poederbedtechnologie is een redelijk gestandaardiseerd proces, terwijl de hybride techniek met veel uiteenlopende nabewerkingsmogelijkheden dat niet is. Dat betekent dat er meer tijd in de aanloop naar de feitelijke productie moet worden gestoken, bijvoorbeeld in het programmeren van de verschillende bewerkingen.”
In het komend nummer van Metaal Magazine een verslag van de forumdiscussie over additive manufacturing. Wilt u dat niet missen, neem dan nu een abonnement.

Meer informatie over additive manufacturing? Bekijk ons dossier over 3D-printing (additive manufacturing).