Hasta la pasta! (met film)

Bij de naadloze productiemethode wordt een modelpasta gebruikt in plaats van blokmaterialen. Het werken met blokmaterialen is een klassieke methode voor het maken van modellen. Deze blokken worden verlijmd en vervolgens door middel van frezen, schuren en spuiten afgewerkt. Rob Luijten (manager bij Vostermans Tooling and Prototyping): ”En vervolgens worden de naden weer prachtig zichtbaar”. Wil je dus naden als foutenbron uitschakelen, dan moet je naadloos gaan werken. Dit is het uitgangspunt achter Se-Mo.

Luijten vertelt dat de mensen van Vostermans vier jaar geleden begonnen zijn met het werken met modelpasta. In 2005 is voor het aanbrengen een nieuwe machine aangeschaft: een Tartler Nodopox 200 tweecomponenten doseer- en mixmachine. ”Dat is tot nu toe de enige pasta-machine voor het opzetten van epoxy-pasta in Nederland”, aldus Luijten.

 

Het vijf-assig in de vorm frezen van de uitgeharde modelpasta geschiedt op een grote portaalmachine

De tweecomponenten-machine die Vostermans inzet heeft links en rechts een voorraadvat met de A- en B-component. In een mixkop ontmoeten de beide componenten elkaar en gaan vervolgens via een slang naar een spuitmond. Na het uitharden van de modelpasta is voorfrezen de volgende productiestap. Tussen voor- en nafrezen in krijgt het model ook een warmtebehandeling (‘postcuring’). Na het naharden volgt nafrezen.
Schuren, (glans)lakken en polijsten zijn, afhankelijk van de toepassing, afrondende werkzaamheden voor een model.