Bedrijven in de technologische industrie klagen over
de rigide toepassing van de regeling voor werktijdverkorting door het ministerie
van SZW. De eerste aanvragen zijn inmiddels door het ministerie afgewezen omdat
de omzetdaling van minstens 30% door veel bedrijven pas na 1 januari kan worden
aangetoond terwijl de regeling tot 31 december loopt.
Jan Kamminga, voorzitter van FME-CWM: “De regeling werktijdverkorting is nu al mislukt. Op deze manier zijn onze lidbedrijven nog niet geholpen en schieten we voorbij aan de doelstellingen van de regeling.” FME vraagt om aanpassing van de regeling voor wat betreft de referentieperiode en aanpassing van de sluitingsdatum.
Niet werkbaar
FME constateert dat de criteria waaraan de aanvraag voor werktijdverkorting moet voldoen in de praktijk grote problemen met zich meebrengen. Met name de referentieperiode is niet werkbaar. In de aanvraag moet over een periode van twee maanden een omzetdaling van minstens 30% worden aangetoond terwijl de meeste bedrijven die omzetdaling pas later kunnen aantonen. Dit wordt veroorzaakt door het onterechte onderscheid dat minister Donner maakt tussen omzetverlies en vraaguitval.
De omzetprognose voor de maand december mag niet in de aanvraag worden meegenomen, terwijl veel ondernemingen daar een sterke daling verwachten. De daadwerkelijke omzetdaling wordt in veel gevallen pas over enige tijd zichtbaar in de cijfers maar dan is de regeling al afgelopen. FME heeft zich de afgelopen maanden sterk gemaakt voor werktijdverkorting om zoveel mogelijk technisch personeel voor de sector te kunnen behouden.