Met de keuze voor bepaalde soorten lakken en poeders kunnen spuit- en moffelbedrijven hun energiegebruik beïnvloeden. De toepassing van waterfafdunbare lakken kan bijvoorbeeld leiden tot een forse energiebesparing. Ook maatregelen die de interne logistiek verbeteren, zoals de toepassing van een snelkleurwisselcabine, dragen bij aan het verlagen van het energiegebruik.
Gebruik ik een poederlak, een natlak of een tweecomponentenlak? Deze vraag zullen spuit- en moffelbedrijven zich waarschijnlijk niet zo vaak stellen omdat de klant meestal aangeeft hoe hij zijn producten behandeld wil zien. Voor het energiegebruik is het echter een zinvolle vraag: immers, de keuze voor een bepaald laksysteem is van invloed op het energiegebruik.
Drogen: tweecomponentenlakken
Tweecomponentenlakken harden bijvoorbeeld, anders dan poederlakken of moffelnatlakken, uit bij kamertemperatuur. Daardoor is nauwelijks of geen energie nodig voor geforceerde droging en zijn tweecomponentenlakken ook heel geschikt voor specifieke toepassingen, zoals het coaten van thermisch verzinkte materialen. Door de lagere droog- en uithardtemperatuur is de kans op ontgassen en het daardoor beschadigd raken van de toplaag namelijk vele malen kleiner dan bij andere lakken. Een nadeel is dat tweecomponentenlakken duurder zijn en een beperkte potlife hebben. Dit laatste is overigens grotendeels teniet te doen door gebruik te maken van doseermachine
Poederlakken: lagere smelttemperatuur
Kies je voor poederlakken, dan kun je het energiegebruik verminderen door poeders te gebruiken die bij lagere temperaturen smelten. De meeste poederlakken werken nog bij een moffeltemperatuur van 180 °C, maar er zijn al poeders beschikbaar waarbij een temperatuur van 120 °C volstaat. Nu betekent de toepassing van lage-temperatuurpoederlakken niet automatisch dat het totale energiegebruik vermindert: het produceren van deze poeders vraagt namelijk meer energie dan de productie van conventionele poeders. De energiebesparing die je zelf realiseert, zal daardoor voor een deel wegvallen tegen het hogere energiegebruik bij de producent. Dat zie je als gebruiker terug in hogere prijs voor de poederlak. Waar het optimum ligt tussen het energiegebruik bij het moffelen en het produceren van de poeders is nog niet bekend. Duidelijk is dat een lagere moffeltemperatuur vooral bij doorloopovens aantrekkelijk is. Deze ovens verliezen vooral via de in- en uitgang veel warmte. Een lagere oventemperatuur zorgt daardoor voor een aanzienlijke vermindering van de warmteverliezen. Bij kamerovens is een hoge temperatuur minder nadelig voor het energiegebruik. De reden is dat deze ovens de grootste tijd gesloten zijn en er alleen bij het vullen en leeghalen structurele warmteverliezen optreden.
Watergedragen laksystemen: minder afzuiging
Op de markt verschijnen steeds meer watergedragen verven. Deze bevatten aanmerkelijk minder organische oplosmiddelen dan conventionele verven, een eigenschap die kan bijdragen aan energiebesparing. Zo hoeft hierdoor minder lucht te worden afgezogen bij de spuitcabines en de droogsecties om te voldoen aan de ARBO-eisen. Dat leidt tot een lager energiegebruik voor ventilatoren. Daarnaast kan een deel van de afgezogen lucht worden gerecirculeerd en hoeft minder koude buitenlucht te worden aangezogen en verwarmd. Een andere aantrekkelijke eigenschap van watergedragen verven is dat deze met behulp van ultrafiltratie zijn terug te winnen uit afvalwater.
UV-uitharding
Een optie die in de toekomst wellicht interessant wordt voor bedrijven, is de toepassing van lakken en poeders met bindmiddelen die uitharden onder invloed van UV-straling. Producten hoeven dan niet meer door een warme moffeloven te worden gevoerd, wat tot een behoorlijke energiebesparing kan leiden. De toepassing van UV-uithardende poederlakken vraagt om ‘particle size management’, een techniek die zorgt voor een uniforme, geringe korrelgrootte. UV-uitharding werkt namelijk alleen als de laklaag niet dikker is dan 20 tot 30 micrometer. Dikkere laklagen zijn onvoldoende transparant voor UV-straling.
Beheersing korrelgrootte poederlakken
Beheersing van de korrelgrootte is ook bij gangbare poederlakken een aantrekkelijke optie. Als het mogelijk is om een uniforme korrelgrootte te realiseren, met korrels met een diameter van bijvoorbeeld 10 micrometer, dan ontstaat al bij een geringe laagdikte een gesloten lakfilm. Dat zorgt niet alleen voor een grondstofbesparing, maar eveneens voor een vermindering van het energiegebruik. Immers, voor het moffelen van een dunne lakfilm is minder energie nodig dan voor een dikke. Daarnaast kunnen poeders die in dunne lagen zijn aan te brengen, natlaksystemen vervangen. Het aantrekkelijke daarvan is dat er dan geen oplosmiddelen hoeven uit te dampen en het installatierendement toeneemt.
Interne logistiek en planning
Naast de keuze voor een laksysteem is ook een goede interne logistiek van belang bij het verminderen van het energiegebruik. De productiecapaciteit moet bijvoorbeeld zo goed mogelijk worden benut (geen ‘gaten’ laten vallen), en warmtevragende apparatuur moet zo min mogelijk aan staan als er niet wordt geproduceerd. Dat laatste kan onder andere door het aantal kleurwisselingen te minimaliseren of deze zoveel mogelijk aan het einde van de dag te laten plaatsvinden. Een andere optie is de toepassing van een zogenoemd snelkleurwisselsysteem.
Bron: Vereniging Industriële Spuit- En Moffelbedrijven (VISEM), een branche-groep van de VOM