Iedere keer, als er tot eind vorig jaar bij Sobelgra in Antwerpen een wagon met 60 ton graan gelost moest worden, begon voor de havenarbeiders een vermoeiend geslinger aan de losschuiven. Om de vracht in de gapende silomonden van het grootste moutbedrijf van België, de Societé Belgique du Grain, kortweg Sobelgra, te lossen moet er namelijk eerst een zestal schuiven geopend worden (en later weer gesloten). Op sommige werkdagen komen er zo rond de 40 wagons aan. De schuiven werken allemaal op een andere manier. Een ding hebben ze bijna allemaal gemeen: vastgekoekte schroefdraden door het stof, dat in een dikke laag op de gesmeerde draadwindingen neerslaat. Een digitale Tensor moeraanzetter van Atlas Copco brengt verlossing.
Het na testen in eerste instantie uitgekozen pneumatische type LTP 51 presteert 900 Nm en bezit meer dan genoeg kracht om de vereiste 200 tot 600 Nm op de assen van de schuiven over te brengen. Voor de verschillende sluitmechanismen van de losschuiven heeft men verloopstukken en ‘dopsleutels gemaakt, die in de spaken van de handwielen grijpen resp. op het vierkant van de drijfas passen. Hiermee werkte alles perfect, maar de aankoop van deze moeraanzetter bleef achterwege.
In plaats daarvan nam een digitale Tensor moeraanzetter het over. Deze elektronisch gestuurde elektrische moeraanzetter deed het namelijk nog sneller dan de pneumatische moersleutel van Atlas Copco. Dat was ineens net zo belangrijk als de ergonomie. Nog tijdens de testperiode werden plannen gesmeed, waarin Sobelgra haar overslagcapaciteit aan gerst op korte termijn zou moeten verdubbelen. Dat zette ook het werktempo bij de schuiven onder druk.
Zodoende kwam uiteindelijk de elektrische moeraanzetter in beeld, hoewel deze circa 7500 euro meer zou gaan kosten. Maar daardoor slaagt men er nu wel in een wagon te legen (incl. rangeren, openen en weer sluiten van de schuiven onder de bodem van de wagon) in 12 minuten. Met de pneumatische moeraanzetter zou men 18 minuten of langer bezig geweest zijn. Terwijl de LTP pistoolmodel moeraanzetter met zijn pneumatische tandemmotor bij hoge koppels “een tandje terugschakelt”, trekt de elektrische Tensor moeraanzetter met hoge schroefsnelheid door.
Door simpelweg de besturing adequaat hierop te programmeren, draait hij van begin tot eind zo snel mogelijk.
Daar ging het vooral om bij het openmaken van de schuiven. De daarvoor van tijd tot tijd nodige 600 Nm brengt de Tensor DS9, zoals de sindsdien in gebruik genomen pistoolmodel moeraanzetter voluit heet, probleemloos op en haalt dan nog altijd 120 omw/min. De voor de eerste test met de LTP moeraanzetter speciaal gemaakte hulpstukken en dopsleutels konden verder gebruikt worden. Wel moest er voor de circa drie keer ze grote, drie kilo zwaardere Tensor moeraanzetter een ophanginrichting gebouwd worden, die hem gewichtloos maakt en tevens als koppelsteun fungeert, zodat de gebruiker geen reactiekoppel ondervindt.
Als het los te draaien handwiel te laag zit voor de ophanging, wordt de moeraanzetter even losgekoppeld en met de hand bediend (zie foto). Een tweede koppelstaaf (uit de standaard uitrusting van de moeraanzetter) steunt hem dan af tegen het stabiele beschermrooster van de silotrechter. Zo blijft de bediener ook bij moeilijk toegankelijke schuifwielen gevrijwaard van het reactiekoppel. De hogere kosten, compleet met toebehoren, in vergelijking met de pneumatische sleutel, heeft de elektrische moeraanzetter al binnen vier maanden goedgemaakt.