De nano-satelliet Delfi-C3, ontworpen en gebouwd door
studenten van de TU Delft, staat op het punt gelanceerd te worden. De geplande
datum is maandag 28 april. Het doel van de slechts 2,2 kilo zware satelliet is
uit vinden of het gebruik van een serie kleine satellieten en de daarbij
gebruikte geminiaturiseerde technologie handiger is dan de grote satellieten die
nu standaard worden ingezet in de ruimtevaart.
De lancering van de Delfi-C3 is al een paar keer verschoven, maar dat is niet ongebruikelijk in de ruimtevaart. De planning voor de lancering vanaf de Indiase basis Sriharikota is nu maandag 28 april.
Ook nu blijft het tot het laatste moment mogelijk dat de lancering opnieuw wordt uitgesteld. De Delfi-C3 is de eerste universiteits- en studentensatelliet die in Nederland wordt gebouwd.
Het project is een samenwerkingsverband tussen de Delftse faculteiten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). Verder is een aantal hogescholen, Dutch Space, TNO Industrie en Techniek, SystematIC Design, NLR en MicroNed bij het project betrokken.
Een kleine drie jaar zijn Delftse studenten bezig geweest met de bouw van de satelliet. De Delfi-C3 is met een hoogte van slechts 34 cm, niet veel groter dan een pak melk. De gedachtegang is dat een aantal van deze kleine satellieten samen, in veel opzichten beter en goedkoper kan functioneren dan een gangbare, grote satelliet. Het doel van het Delfi-C3 project is om deze stelling te onderzoeken.
Het Delfi-C3 project is daarnaast een goede training voor TU-studenten én bedoeld om nieuwe ontwerpen van toepassingen in de satelliettechnologie uit te testen. Zo wordt op de ‘nanosatelliet’ een nieuw type zonnecel van Dutch Space getest op stevigheid en efficiëntie, het Thin Film Solar Cell Experiment. TNO heeft op Delfi-C3 een nieuwe zonnesensor gemonteerd, het Autonomous Wireless Sun Sensor Experiment.
Acht kleine satellieten vliegen straks mee met een grote Indiase satelliet voor aardobservatie en een kleinere aardobservatiesatelliet voor ontwikkelingslanden. Naast de Delfi-C3 zijn dat satellieten uit Canada, Japan, Duitsland en Denemarken. Dit meeliften (piggybacking) is één van de redenen dat projecten als deze relatief goedkoop kunnen worden uitgevoerd.
Inmiddels is een nieuw studententeam van de TU Delft al bezig met de opvolger van de Delfi-C3, Delfi-n3Xt.
