Makino heeft onlangs de
nieuwe draadvonkmachines Makino DUO43 en DUO64 voorgesteld. Volgens Makino zijn
het compacte erodeermachines: maximale werkstukafmetingen met weinig
ruimtebeslag. DUO is een afkorting voor ‘Dual Use
Operation’.
Volgens André Verburg van Produtec uit Ameide, de Nederlandse vertegenwoordiging voor Makino, is het heel bijzonder dat de nieuwe DUO-machines in staat zijn volautomatisch de baanverschuiving aan te passen bij verandering van snijhoogte in het contour.
Volautomatisch de baanverschuiving is een oplossing voor een typisch draadvonkprobleem (foto’s: Makino)
Bij frezen, draaien enzovoort is baanverschuiving heel eenvoudig. De gereedschapradius compenseren ten opzichte van de te bewerken contour, eventueel nog een nabewerkingsovermaat erbij tellen en klaar is Kees.
Bij draadvonken heb je naast de halve draaddiameter en een eventuele navonkovermaat ook te maken met de vonkspleet. Die vonkspleet is bij benadering recht evenredig afhankelijk van de snijhoogte.
Afname snelheid
De verklaring is eenvoudig. Hoe hoger een werkstuk is des te meer moet de draad verspanen. Aangezien het aantal spanen per seconde afhankelijk is van de vonkfrequentie, zal de voorwaartse snelheid dus afnemen bij toenemende hoogte. Dat fenomeen heet de ‘asymptotische vonkspleet’. Vrij vertaald: een vonkspleet blijft groeien tot in het oneindige zolang je op de zelfde plaats blijft.
Aangezien het bij draadvonken niet mogelijk is om de vonken te verplichten enkel in de snijrichting te verspanen, wordt er dus ook zijdelings van de draad verspaand. Hoe langzamer de draad voorwaarts beweegt, hoe meer vonken er zijwaarts kunnen verspanen en dus hoe breder de vonkspleet.
De nieuwe Makino DUO43: deze kan werkstukken draadvonken met afmetingen van 710 mm x 560 mm x 300 mm. Voor de DUO64 bedragen deze afmetingen 910 mm x 660 mm x 400 mm
Gevolg: als een draad door een werkstuk gaat met hoogtes die variëren van bijvoorbeeld 60 mm tot 10 mm dan kan dit resulteren in vonkspleetverschillen van enkele honderdsten. Tot nu toe was de enige remedie, net zolang nasnijden totdat het verschil in de gesneden werkstukzijde voldoende ver is teruggebracht.
Dat is gebaseerd op de techniek in het draadvonken waarmee ook bijvoorbeeld afgesneden binnenhoeken worden gecorrigeerd. Op zich is dit vervelend omdat het steeds vaker voorkomt, omdat er tegenwooridg steeds meer exotische producten gedraadvonkt worden.
Nieuw bij de Makino DUO43 en DUO64 is dat de draadvonkmachine volautomatisch vaststelt hoe snel de voorwaartse beweging is ten opzicht van een norm en aan de hand daarvan automatisch de baanverschuiving aanpast. Makino heeft dit ‘Thickness Gap control’ genoemd ofwel TG-control. Resultaat is dat er na één snede maximaal 5 micrometer verschil is en met één nasnede geeft dit een vlakke snijkant binnen de 2 micrometer.