RapidPro

De 2e editie van vakbeurs en congres RapidPro wordt gehouden op woensdag 25 en donderdag 26 januari in NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven. Er zijn nog mogelijkheden om deel te nemen als exposant. Voor meer informatie ga naar www.rapidpro.nl

RapidPro 2012: beter en meer, zoals de markt

De laatste jaren richt Mikrocentrum zich steeds vaker op ‘additive manufacturing’, dat soms ook ‘3D printing’ of ‘digital direct manufacturing’ wordt genoemd. Mikrocentrum organiseert op dit vlak al jaren themadagen en opleidingen, en werkt hiervoor samen met onder meer TNO. Begin dit jaar organiseerde ze vakbeurs en congres RapidPRO, waarbij ook enkele lezingen plaatsvonden. De belangstelling overtrof de verwachtingen ruimschoots. Dat deed Mikrocentrum besluiten het evenement op te schalen van één naar twee dagen: op 25 en 26 januari 2012, in Koningshof in Veldhoven.

Bij draaien en frezen wordt overbodig materiaal weggenomen. Wat resteert, is de gewenste vorm. Het wegnemen van materiaal heet ‘subtractief’. Het toevoegen van materiaal heet ‘additief’. Ondanks dat spuitgieten ‘additief’ is te noemen, lijkt de term voorbehouden aan vervaardigingswijzen waarbij vormen ontstaan door ondeelbaar kleine hoeveelheden ervan te verenigen met behulp van mechanische hulpmiddelen die telkens andere vormen kunnen voortbrengen, dus niet ‘gereedschapgebonden’ zijn.

3D printen

Het ‘3D printen’ van voorwerpen bestaat sinds de jaren tachtig. De bekendheid ervan neemt echter pas de laatste jaren duidelijk toe. Dit is een gevolg van de komst van nieuwe, betere machines en materialen. Niet onbelangrijk zijn ook de ontwikkelingen in de ICT die de individuele consument  een stem heeft gegeven. Zijn stem heeft er toe geleid dat (delen van) steeds meer producten worden gerealiseerd in samenwerking met hem. Het ‘matrijsloos’ 3D printen van voorwerpen, stelt de producent immers in staat veel meer variatie in producten aan te brengen.

Het tweedaagse evenement RapidPro richt zich hoofdzakelijk op zowel bestaande als toekomstige professionele gebruikers van additive manufacturing en alles wat hiermee verband houdt. Hierbij horen net zo goed eenvoudige kunststof voorwerpen voor conceptbeoordeling, als hoogwaardige metalen machineonderdelen. Er is ook aandacht voor software, ontwerp, materialen en zelfs hybride oplossingen waarbij bijvoorbeeld 3D printen naast frezen voorkomt.

Het evenement is laagdrempelig en ook interessant voor wie al flink wat ervaring heeft opgedaan. Naast dat er zich tal van bedrijven presenteren, vinden er lezingen plaatst over uiteenlopende onderwerpen. Hierbij is er niet alleen aandacht voor machines en materialen, maar bijvoorbeeld ook software en (nieuwe) bedrijfsmodellen. RapidPro is dus niet alleen interessant voor de pur sang technicus. De eerste, toen eendaagse editie, bracht ruim ruim 40 exposanten en 1.100 bezoekers bijeen.

Over Mikrocentrum

Met de kernpunten opleiden, ontmoeten en ondernemen, wil Mikrocentrum als onafhankelijke kennisinstelling een bijdrage leveren aan het verbeteren van technische processen en bedrijfsprocessen van bedrijven die als OEM-er of als toeleverancier actief zijn in de technologische maakindustrie en/of de procesindustrie in Nederland en/of België. Mikrocentrum realiseert dit door het organiseren van bijeenkomsten waarbij de combinatie van kennisoverdracht en kennisnetwerken centraal staan. De belangrijkste activiteiten hierbij zijn de diverse Mikrocentrum opleidingen (LBO/MBO/HBO) en Engenia (HBO+/Ac) opleidingen, diverse evenementen en de coördinatie van het High Tech Platform, waarbij 500 high tech bedrijven zijn aangesloten. Jaarlijks nemen 5.000 bedrijven en 20.000 personen deel aan activiteiten van Mikrocentrum.

RapidPro ook brancheorganisatie

Met het evenement als basis is onder Mikrocentrum RapidPro opgericht als branchevereniging. De branchevereniging wil de belangen van haar deelnemers behartigen voor wat betreft  additive manufacturing. Op dit moment is ze vertegenwoordigd in de Nederlandse deelname aan de totstandkoming van een norm voor additive manufacturing en werkt ze op het vlak van opleiding samen met TNO Industrie en Techniek.